De N221 is een steenweg die Tienen met Hoegaarden verbindt en parallel loopt met de vallei van de Grote Gete. De steenweg passeert de gehuchten Groot Overlaar en Klein Overlaar en heeft een fragmentaire wegbeplanting van platanen. De bomen zijn gekandelaard en staan geschrankt langs weerszijden van de weg met een oorspronkelijke plantafstand van circa 10m. De oorspronkelijke wegbeplanting is sterk uitgedund, er resteren nog 33 exemplaren. De bomen hebben wisselende stamomtrekken met als uitschieter een stamomtrek van 323 cm. De bomen benadrukken het rechte karakter van de steenweg en geleiden het zicht.

De steenweg is al aanwezig op de 18de-eeuwse kaarten en vertrok aan de Hoegaardse Poort in Tienen. De aanleg van deze weg startte in 1775 en de baan Tienen-Hoegaarden werd later tot in Geldenaken doorgetrokken. Het verharden van de belangrijkste invalswegen werd ingegeven door het feit dat de meeste buurtwegen tijdens de wintermaanden door de modder onberijdbaar werden. Het is niet duidelijk uit welke periode de wegbeplanting van platanen dateert.