In het Hotondbos bij Ronse ligt een dubbele rij loopgraven met een lengte van in totaal 658m. Ze liggen op de rand van een brondal in dit reliëfrijke bos. De loopgraven zijn herkenbaar aan hun vorm en hun afgeronde traversen (afrondingen in een voor het overige rechtlijnige tracé). Die waren bedoeld om in geval van zijdelings vuur toch dekking te bieden. Mocht een tegenstander de loopgraaf binnendringen, dan waren er voor de verdedigers toch nog plaatsen in de loopgraaf waar ze voor het geweervuur konden schuilen. Ook aan het front kwamen dergelijke loopgraven met ronde traversen voor. Ze dienden als gevechtsloopgraaf, in tegenstelling tot de verbindingsloopgraven die meestal dwars op de gevechtsloopgraven stonden en deze met achterliggende loopgraven in de tweede of derde linie verbonden.
De loopgraven lijken heel keurig aangelegd, helemaal volgens het boekje. Daarom lijkt het onwaarschijnlijk dat ze tijdens de gevechtshandelingen zijn gegraven. Mogelijk maakten ze deel uit van een oefensite. Dat zou ook kunnen verklaren waarom in dezelfde omgeving twee clusters van manschapsputjes of kleine bominslagen voorkomen. Historisch gezien is er wellicht een verband tussen de loopgraven in Hotondbos en het einde van de Eerste Wereldoorlog, toen in oktober 1918 slag werd geleverd aan de Leie en de Schelde bij de terugtrekking van de Duitse troepen tijdens het bevrijdingsoffensief.
- Informatie Vlaanderen, Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen II, DTM, raster, 1 m, afgeleid van LiDAR-hoogtegegevens, 2013-2015, kaartblad 29.
- BOGAERT J., SANTENS F. 2000: Oorlog in de Gaverstreek: analyse van de bevrijding van Waregem, Ingooigem, Anzegem en Tiegem, oktober – november 1918, Jaarboek van de Geschied- en Heemkundige Kring De Gaverstreke, 28, 169-312.