is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Kasteel Berentrode met omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld gebied in de landschapsatlas Vallei van de Bruine Beek met kasteeldomeinen Berentrode en Zellaar
Deze vaststelling is geldig sinds
De Berentrodedreef is een historische dreef van circa 1 km die het kasteel van Berentrode verbindt met de kerk van Bonheiden. De kerk wordt voor het eerst vermeld in 1331 als 'Onze-Lieve-Vrouw Berentrode op de Boedenheyde' en zou toen al verbonden zijn met het verder gelegen heerlijke hof van Berentrode. Waarschijnlijk was deze verbinding aanvankelijk een kronkelige zandweg/zone over de heide. Dit is ook te zien op een figuratieve kaart van Bonheiden uit 1751. Van een dreef is op dat ogenblik nog geen sprake, enkel een kort stuk bij de kerk is met bomen beplant.
Het huidige rechte dreeftracé inclusief bomen werd wellicht kort daarna aangelegd. Op een afbeelding van het kasteel in 'Délices du Brabant' uit 1757 is immers een driedubbele dreef, aangeplant in vierkantsverband, zichtbaar. De aanleg van dergelijke monumentale toegangsdreven was algemeen in deze periode en weerspiegelde de status van de eigenaar. Naast het esthetisch aspect, was ook de houtopbrengst van belang. Soms plantte men hagen of 'banquettes' tussen de bomen. Mogelijk gebeurde dat hier ook, aangezien een deel van de bomen (nog steeds) omringd is door kleine haagperkjes.
Uit de Atlas der Buurtwegen (1851) blijkt dat de dreef niet volledig openbaar was. Tussen de kerk en het kruispunt met de Grote Doelstraat en Oude Kasteellaan werd de dreef aangeduid als 'chemin'. Vanaf dit kruispunt, waar vroeger naar verluidt een grote stenen poort zou gestaan hebben, vervolgt de dreef als een 'sentier', die na korte afstand afbuigt naar het noorden en verder langs het domein van Berentrode loopt.
In 1994-1995 werd de dreef heraangelegd en deels heraangeplant met esdoorns, beuken en eiken. Voorheen bestond de volledige dreef uit beuken zoals Emile Poumon schrijft in zijn 'Châteaux anversois et limbourgeois’ uit 1955: "De l’église du village, une longue drève plantée de hêtres conduit au château Berentrode (...)." De beuken zijn recent vervangen door eiken, wellicht ten gevolge van aantasting door reuzenzwam zoals uit de oude stamvoeten blijkt.
Op het moment van inventarisatie bestond de dreef uit volgende segmenten.
Tussen de kerk en de Edgar Tinellaan werden esdoorns aangeplant. Hierdoor heeft dit gedeelte van de dreef meer het uitzicht van een laan met wegbeplanting. De bomen hebben een stamomtrek van circa 70 cm en hebben een plantafstand van 14 m.
Tussen de Edgar Tinellaan en de Oude kasteellaan bestaat de beplanting uit zomereiken die op een plantafstand van 18 m van elkaar geplant werden. De eiken zijn omgeven door kleine perkjes en bevinden zich vrij dicht tegen de voortuinen. De stamomtrekken liggen rond de 120 cm.
Tussen de Oude kasteellaan en de Venneboslaan staan zomereiken met een plantafstand van 15 m. Hier zijn geen perkjes en zijn de stamomtrekken al dikker, circa 150 cm, waardoor de dreef een majestueuzer karakter en echt dreefuitzicht vertoont.
Het laatste gedeelte tenslotte, tussen de Venneboslaan en het voormalige kasteel van Berentrode, bestaat uit een jonge aanplant van zomereik, eveneens met een plantafstand van 15 m. De stamomtrekken situeren zich tussen de 45 en 50 cm. Oude stamvoeten met aantasting van reuzenzwam doen vermoeden dat hier voorheen beuken stonden.
Auteurs: Kinnaer, Anse
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)