Deze stadswoning met neoclassicistische gevel is opgetrokken in 1859 naar ontwerp van de Brugse stadsarchitect J.B. Rudd. Deze elegante, neoclassicistische gevel is vrij uitzonderlijk in de Brugse binnenstad.

Het ontwerp kwam tot stand naar aanleiding van de rooilijnwijziging van het zuidelijke deel van de Geldmuntstraat, vastgelegd bij Koninklijk Besluit van 7 maart 1859, waarbij meerdere panden vanaf de hoek van de Eiermarkt werden herbouwd. Rudd (1792-1870) was in de periode 1830-1870 als stadsarchitect en directeur openbare werken intens betrokken bij de restauratie en nieuwbouw in de stad. Op sommige plaatsen zoals in de Geldmuntstraat is zijn neoclassicistische voorkeur duidelijk afleesbaar uit het straatbeeld.

De stadswoning is een diephuis van één travee en drie bouwlagen. Het pand heeft een bepleisterde en witbeschilderde, neoclassicistische lijstgevel. De verticaliteit van de gevel wordt benadrukt door de fijne, gestapelde hoekpilasters. Ook tussen de drielichten zijn pilasters aangebracht. Op de derde bouwlaag is het centrale vensters van het drielicht voorzien van een balkon op voluteconsoles met gietijzeren borstwering. De houten kroonlijst op klossen is afgewerkt met een dakkapel met driehoekig fronton en vleugelstukken met kleine ornamenten.

Deze tekst is een samenvoeging van volgende twee teksten:

Dit pand met neoclassicistisch geveltje is opgetrokken in 1859 naar een ontwerp van de Brugse stadsarchitect J.B. Rudd nadat naar aanleiding van een rooilijnwijziging de oorspronkelijke woningen in de Geldmuntstraat deels werden afgebroken. Deze elegante, neoclassicistische gevel is vrij uitzonderlijk in de Brugse binnenstad.

Dit pand is een diephuis van één travee en drie bouwlagen. Het is opgetrokken in 1859 naar een ontwerp van de Brugse stadsarchitect Jean-Brunon Rudd (1792-1870) en naar aanleiding van de rooilijnwijziging, vastgelegd bij Koninklijk Besluit van 7 maart 1859, waarbij meerdere panden vanaf de hoek van de Eiermarkt werden herbouwd. Rudd was in de periode 1830-1870 als stadsarchitect en directeur openbare werken intens betrokken bij de restauratie en nieuwbouw in de stad. Op sommige plaatsen zoals in de Geldmuntstraat is zijn neoclassicistische voorkeur duidelijk afleesbaar uit het straatbeeld.

Het pand heeft een bepleisterde en witbeschilderde, neoclassicistische lijstgevel. De verticaliteit van de gevel wordt benadrukt door de fijne, gestapelde hoekpilasters. Ook tussen de drielichten zijn pilasters aangebracht. Op de derde bouwlaag is het centrale vensters van het drielicht voorzien van een balkon op voluteconsoles met gietijzeren borstwering. De houten kroonlijst op klossen is afgewerkt met een dakkapel met driehoekig fronton en vleugelstukken met kleine ornamenten.

Stadswoning van drie bouwlagen, opgetrokken in 1860 op de hier toen nieuwe rooilijn. Deel uitmakend van een bepleisterde gevelwand met stilistisch verschillend uitgewerkte panden, waarvan deze stadswoning, net als het hoekpand bij de Sint-Amandsstraat, naar ontwerp van architect J.B. Rudd (Brugge).

Lijstgevel met gestapelde pilasters en drielichten onder meer voorzien van gietijzeren balkon; dakkapel met driehoekig fronton en vleugelstukken.