Het Ramenstraatje is het restant van een middeleeuws steegje in de Leuvense binnenstad dat de Naamsestraat met de Ramberg verbindt. Aan de zuidzijde begrenst het de tuin van het Van Dalecollege. Beide straatnamen, Ramberg en Ramenstraatje, zijn afgeleid van het nabijgelegen Raamhof of de plaats waar lakenproducenten in de middeleeuwen hun wollen weefsels lieten drogen. De oudst bekende vermelding van het straatje dateert van 1385. In die periode was het volledige blok nog onbebouwd en behoorde het tot één eigenaar. Tegen het einde van de 16de eeuw leefden er drie gezinnen, allemaal afstammelingen van die ene eigenaar. Dat Van Deventer het straatje in 1550 op zijn bekende stadskaart afbeeldde met huizen aan beide straatkanten klopt dus eigenlijk niet. Samen met de Sint-Antoniusberg en de Ramberg vormde het een driesprong van wegen vanuit de Veemarkt (nu Damiaanplein) naar de Naamsestraat, één van de grote assen in het Leuvense wegenpatroon.
Al die tijd diende het straatje eerder als een doorgang of shortcut, zo werd het toch omschreven toen de Leuvense stadsmagistraat het om veiligheidsredenen en hygiëne afsloot (1624): “Een klein straetken oft doorgang, alleenlyk den gebueren dienstelyck om te gaen tot de Veemerkt... nergens toe dienende dan tot eene plaets daer eenieegelyk daegelyks is zyne vuyligheyt doende ende doode beesten geworpen worden, causerende groote infectie ende stank...” (Van Even 1895, 230).
Tot nu is het Ramenstraatje een smalle wegel in een binnengebied van Leuven. Aan beide uiteinden is het met een hek afgesloten. Het traject is niet meer volledig, omdat het stukje aansluitend op de Ramberg bebouwd is en in een private tuin is komen te liggen. Momenteel is het Ramenstraatje enkel via de tuin van het Van Dalecollege bereikbaar of via het Rambergparkje, de vroegere tuin van een herenwoning aan de Naamsestraat. Al die eeuwen heeft het zijn uitzicht van een smalle, door muren ingesloten middeleeuwse wegel behouden. De verharding met kasseien is waarschijnlijk een latere toevoeging.
Het Ramenstraatje is een zeldzaam overblijfsel van steegjes waarmee de middeleeuwse stad dooraderd was. Het viel nog binnen de eerste stadsomwalling. In de 16de eeuw breidde Leuven fors uit door de nieuwe omwalling verder van het centrum aan te leggen. Hoewel het zijn middeleeuwse stratenpatroon in grote mate behield, verdwenen vele van die kleine binnenstraatjes op het moment dat ze bij aangrenzende tuinen of percelen werden ingesloten.
Op recente kaarten is het omgedoopt tot het De Angelispad en het Pieter Van Dalepad, beide verwijzend naar de historische herenwoningen die het steegje aan de Naamsestraat flankeerden.
- Jacob Van Deventer, Stedenatlas van de Nederlanden met 73 locaties opgenomen tussen 1550 en 1565, kaartblad 73 Rouselberch, ter Banck, Hever, Parck, schaal: 1:10000, 1550, exemplaar bewaard in de Koninklijke Bibliotheek, Cartesius [online], https://uurl.kbr.be/1043830 (geraadpleegd op 10 februari 2020).
- Archief OE Vlaams-Brabant 2009: Beschermingsdossier voor de uitbreiding van de bescherming van het Van Dalecollege in Leuven, inhoudelijk verslag van Greta Paesmans, DBO 2288.
- MEULEMANS A. 2004: Huizen en straten van het Oude Leuven, Jaarboek Leuvens Historisch Genootschap 42, Leuven, dl. 1, 391, 393-394, dl. 2, plan 28-29.
- VAN EVEN E. 1895: Louvain dans le passé et dans le présent, Leuven.