Betonnen militaire constructie, gelegen langs de Gijzenzelestraat, nabij het kruispunt met de Wettersesteenweg (N42). De bunker ligt op 700 meter ten noordoosten van bunker A33, op 370 meter ten zuidwesten van bunker AV11. Onder de nabijgelegen berg zouden nog restanten liggen van de bakstenen teerlingen of van de molenaarswoning.
Het betreft een Belgische bunker, opgetrokken als onderdeel van het Bruggenhoofd Gent. Deze verdedigingsstelling werd tussen 1934 en 1938 aangelegd op acht kilometer ten zuiden van Gent ter verdediging van het nationaal reduit. De aanleg hiervan kaderde in de fortificatiepolitiek die België na de Eerste Wereldoorlog voerde.
Het eigenlijke bruggenhoofd was opgebouwd uit twee weerstandsnesten – Betsberg en Muntekouter – en drie steunpunten – Semmerzake, Eke en Astene. De weerstandsnesten en steunpunten waren met elkaar verbonden via een courtine, bestaande uit drie verdedigingslijnen.
Vooruitgeschoven bunkers werden enkel opgetrokken tussen de steunpunten en weerstandsnesten in. Bunker Av10 was een vooruitgeschoven bunker ten oosten van het weerstandsnest Betsberg. Samen met Av11 en Av12 ligt deze bunker een flink stuk vóór de voorlinie.
De bunker Av10 werd opgetrokken tegen en deels in de belt waarop een staakmolen stond, die in 1931 afbrandde. Vandaar dat de bunker gekend is als de ‘molenbunker’. De bunker bestaat uit een smalle gang en L-vormig toegangssas en twee mitrailleurkamers, elk met een getrapte schietopening voor mitrailleur in zuidelijke richting. De bunker diende via een toegangskuil vanaf het dak betreden te worden, die afgesloten kon worden via metalen en betonnen balken. Via klimijzers die tegen een bakstenen wand waren aangebracht aan de achterzijde van de smalle gang en enkele betonnen treden kon via de vrij smalle gang het eigenlijke L-vormige toegangssas bereikt worden. De beide schietopeningen konden met metalen valluiken afgesloten worden. Vóór de bunker waren betonnen gebogen palen geplaatst, waartussen draadversperringen waren gespannen. Opmerkelijk is de aanwezigheid van een nooduitgang, die afgesloten was met een halfsteens bakstenen muurtje, waarop langs de buitenzijde camouflage werd aangebracht. Aan de binnenzijde kon tegen dit bakstenen muurtje een rij stalen balken geschoven worden in daartoe voorziene gleuven. De zichtbare delen van de bunker werden gecamoufleerd aan de hand van betonnen bulten, ‘enduit Tyrolien mamelonné’ genoemd. Deze camouflage werd beschilderd met varianten van geel en groen.
Het betreft één van de meest bevochten bunkers uit de linie. Er kunnen inslagen van kogels en projectielen teruggevonden worden, onder meer aan de binnenkant van de schietopeningen. Deze bunker is tijdens de drie dagen strijd in mei 1940 meermaals van bezetter verwisseld.
Op bevel van de Duitse bezetter werden ijzeren onderdelen in 1941 verwijderd en werden bunkeropeningen in 1944 dichtgemetseld. Ook bij deze bunker was dit het geval.
- JANSSEN E. 2007: Bruggenhoofd Gent, België onder de wapens 26, Erpe.