erfgoedobject

Semigesloten wederopbouwhoeve

bouwkundig element
ID
308118
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/308118

Beschrijving

Wederopbouwhoeve met semigesloten, U-vormige opstelling, gelegen aan een haakse bocht van de Waastenstraat. De hoeve is na de vernietiging van de Eerste Wereldoorlog ten noordoosten van de oorspronkelijke site, op het aanpalende weideperceel, heropgebouwd. Kenmerkend voor de regionalistische baksteenarchitectuur zijn de tuit- en puntgevels met aandaken en vlechtingen, de steunberen en het buitenportaal van de boerenwoning. In 1946 werd de hoeve uitgebreid met een open opslagplaats met merkwaardig houten gebinte. De hoeve is omgeven door recente loodsen.

Historiek

De vooroorlogse hoevesite is op de figuratieve kaart “vergroting van de inondatie buiten de Mesenpoort” (overstroomd landbouwgebied tussen de huidige Rijselse- en Komenseweg) van 1722 aangeduid als “Hof(sted)e mijnheere Codt”. De kaart is opgemaakt in het kader van het proces tussen Philippe Audency en weduwe Lerminez. Omdat de “Gistel dreve”, de toegangsweg tot zijn hoeve Gistelhof (Waastenstraat nummer 3), overstroomd was, wilde Audency een toegang over de hoeve van Lerminez afdwingen. De “hofstede Codt” is nog net afgebeeld op de kaart, ten zuiden van de “Gistel dreve” (een deel van de huidige Waastenstraat) waarvan het laatste stuk door de “weede Codt” liep. De omwalde “Hofstede Codt” bestond uit twee grote vrijstaande gebouwen met L-vormige opstelling en bijkomend een klein gebouw (de omwalling viel grotendeels buiten het plangebied). De opstelling van deze in een boomgaard gelegen gebouwen komt terug op de Ferrariskaart (1771-1778), evenwel zonder omwalling. Op het primitief kadasterplan (rond 1830-1835) is het hoeve-erf met boomgaard en intussen vier vrijstaande gebouwen omgeven door een grote U-vormige walgracht. Deze pachthoeve was rond 1830 eigendom van Louis De Codt uit Ieper.

Na de vernietiging van de hoeve tijdens de Eerste Wereldoorlog werd ze ten noordoosten, op het aanpalende weideperceel, heropgebouwd. Luchtfoto’s en het Digitaal Hoogtemodel geven aan dat er in de weide ten zuidwesten van de wederopbouwhoeve resten van de vooroorlogse walgracht bewaard zijn. Het kadaster noteerde in 1924/1928 de wederopbouw van de hoeve, met als eigenaars de weduwe (Marie Jeanne Emilie Rolin-Jaequemyns) en de kinderen van Henri Louis François de Codt (1861-1925). Henri de Codt, een Brusselse advocaat en diplomaat in Caïro, had de hoeve geërfd van zijn oom Louis. In 1936 werd het landbouwbedrijf uitgebreid met een kleine stalling, en in 1946 met een open opslagplaats.

Beschrijving

De in de vroege jaren 1920 heropgebouwde hoevegebouwen in rode verankerde baksteen zijn in U-vorm rondom het erf (recent geasfalteerd) opgesteld. De zadeldaken in rode mechanische pannen zijn gevat tussen puntgevels, deels met aandaken en vlechtingen. De dicht bijeen gelegen boerenwoning, ten noorden van het erf, en de stallen, ten westen, zijn verbonden door een afdak onder laag zadeldak en vormen samen een L-vormige plattegrond. Het buitenportaal van de boerenwoning werd in “onze winderige polderstreek” expliciet aanbevolen door het modelboek van Alfred Ronse en Théodore Raison (1918). Ten oosten van het erf is de vrijstaande dwarsschuur met wagenhuis gebouwd. Het oorspronkelijke houtwerk van deuren en poorten en ook van de geprofileerde modillons (dakoverstek van woning en stallen) is grotendeels bewaard. De kenmerkende groen-witte kleurstelling ervan verwijst mogelijk naar de vroegere eigenaar. Ten westen van de stallen (parallel ermee) werd in 1936 een kleine stalling onder pannen zadeldak gebouwd. Ten westen van het hoeve-erf werd in 1946 de open opslagplaats opgericht.

De sierlijke erfgevel van de boerenwoning is gespiegeld rondom het buitenportaal. Het zadeldak is gevat tussen zijpuntgevels met aandaken en vlechtingen (afgedekt met pannen), en telkens een bekronende schoorsteen. Tegen de westelijke zijgevel (links) leunt een smalle travee met dichtgemetseld rondboogvenster aan. Deze travee is gevat onder een half schilddakje met hoge vierkante schoorsteen, mogelijk wijzend op de vroegere functie als bakhuis. Het vooruitspringende buitenportaal is geflankeerd door schuinoplopende steunberen (evenwijdig met de gevel) en in het dakveld bekroond door een dakvenster (rechthoekig venster met afgeronde bovenhoeken) met sierlijke tuitgevel en vlechtingen. Achter het korfboogportaal gaat de verdiepte huisdeur schuil. De rechthoekige huisvensters (twee smalle vensters links van de deur, één breed rechts ervan) zijn gevat onder een baksteenstrek, met centraal een imitatiesluitsteen in strekse baksteen. Onder de nieuwe blauwe hardstenen onderdorpels zijn kopse baksteenlijsten (mogelijk de oorspronkelijke vensterafzaten) bewaard. De hoek van de erfgevel met de oostelijke zijgevel (rechts) is uitgewerkt met een forse overhoekse, schuine steunbeer. Op de begane grond van de zijgevel steken vier smalle rechthoekige vensters (deels dichtgemetseld), in het gevelveld een getoogd venster met bewaarde houten laaddeur.

De langsgevels van het lange stalvolume zijn opengewerkt door rechthoekige muuropeningen (deels dichtgemetseld of gewijzigd) onder baksteenstrek, en in de erfgevel een poort onder ijzeren I-profiel. Het houtwerk van enkele staldeuren en een stalvenstertje in de erfgevel is bewaard. De schoorsteen op de daknok wijst op de vroegere voederkeuken. In de achtergevel is het dakveld onderbroken door een dakvenster met puntgevel en korfbogige laaddeur. Wellicht waren er ook aan de erfzijde dergelijke laaddeuren. De zuidelijke zijgevel is geaccentueerd door twee eenvoudige steunberen.

Het kortere schuurvolume is grotendeels ingenomen door het wagenhuis. In de erfgevel wijst de blinde travee links op de tasruimte van de schuur. De hoge rechthoekige schuurpoort, met twee houten vleugels met links klinket, komt tot tegen de dakoverstek. Rechts van de schuur steken twee smalle en één brede wagenhuispoort. De lage poorten zijn gevat onder ijzeren I-profielen en daarboven een getoogde ontlastingsboog onder baksteenstrek. De brede poort rechts is dichtgemetseld en ingevuld met een stal. De noordelijke, naar de woning gerichte zijgevel (links) is uitgewerkt met aandaken met uitkragende schouderstukken. De zuidelijke zijgevel (rechts) is voorzien van forse overhoekse, schuinoplopende steunberen.

De vierbeukige open opslagplaats van 1946 is gevat onder een groot pannen schilddak. De zijgevels en de achtergevel zijn gedeeltelijk dichtgemetseld (betonsteen). De gebinten zijn opgebouwd uit hoge betonnen stijlen. Hierop sluiten de indrukwekkende houten spantbenen met makelaars, schuine schoren, korbelen, trekbalken en blokkelen aan. De trekbalken en de blokkelen zijn samengesteld uit twee balken die met ijzeren bouten vergaard zijn.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, Mutatieschetsen en bijhorende staten Ieper, 16de afdeling (Zillebeke), 1924/155 (staat in 1928), 1936/34, 1946/19.
  • Stadsarchief Ieper, KAS16/A/8 (processen kasselrij Ieper), figuratieve kaart van de "vergroting van de inondatie buiten de Mesenpoort" (1722).
  • COMYN G. s.d.: Kadasterplan 1830, Ieper, Stadsarchief, z.p.
  • RONSE A. & RAISON T. 1918: Landelijke bouwingen - algemene raadgevingen - Ontwerp tot het opbouwen van eene Kleine Hofstede - Mekanieke toepassingen, Brugge, IX (inleiding), 6 (principe van het buitenportaal).

Auteurs: Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Semigesloten wederopbouwhoeve [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/308118 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.