Zogenaamd "Abeelhof", zie inscriptie op deurkalf. Wederopbouwhoeve - volgens bewoners grosso modo op dezelfde plaats herbouwd - naar ontwerp van architecten Guillaume Veraart en Ernest Richir (Brussel) van 1920, teruggaand op de regionale hoevebouw zie, opstelling: losse, U-vormige opstelling van boerenhuis (nokrichting parallel aan de straat), stal- en schuurvleugel (nokrichting loodrecht op het huis) respectievelijk ten noorden, ten westen en ten oosten van een licht verhard erf met omlopend gekasseid pad; gekasseide noordelijke oprit, gemarkeerd door middel van bakstenen pijlers op sokkel; voormalige hopast, later cichorei-ast, links van de oprit; lage varkensstal en stal van 1933 (nokrichting loodrecht op het huis) links van het boerenhuis; aanplanting: weide met rest van een boomgaard, ten noorden; materialen: verankerde baksteenbouw; Boomse, handgemaakte bakstenen voor de schuur; zadeldaken en schilddak (mechanische pannen) met dakvensters onder overhoeks afgewolfd zadeldakje bij het boerenhuis; bakstenen strekken en lekdrempels bij de rechthoekige huisopeningen; streekeigen bouwelementen: overhoekse steunberen bij boerenhuis; indeling: boerenhuis met links aanleunend, voormalig bakhuis en opkamer van twee traveeën in de achtergevel; recenter aanbouwsel (keuken) tegen de rechter zijgevel; dwarsschuur met van links naar rechts wagenhuis, stal, aardappelkelder, dorsvloer en stalgedeelte.
Interieur. Het boerenhuis bezit binnenin een lambrisering, beschilderd met taferelen uit het boerenleven volgens de seizoenen, door Eugeen Vansteenkiste (Wevelgem 1896 - Ieper 1963), daterend van 1941-1943. Vlaamse haard met houten tablet links en rechts eindigend op gesculpteerde runds- en hengstkop door beeldhouwer Maurice Deraedt (Ieper). Erboven, geschilderde voorstelling van boerengezin rondom de tafel met onder meer geoogste vruchten, hespen en opschrift "Wees Mensch", gevolgd door een gedichtje van Guido Gezelle. Meubilair onder meer muurkasten en lambrisering naar ontwerp van R. Kerckhof.
- Algemeen Rijksarchief, Dienst der Verwoeste Gewesten, 3451.
- DUFLOU R., Geschiedenis van Vlamertinge, Langemark, 1956, p. 147.