erfgoedobject

Hoeve met losse bestanddelen

bouwkundig element
ID
308166
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/308166
Dit erfgoedobject heeft geen erfgoedwaarde meer. De erfgoedwaarden waarom we het object opnamen in de inventaris, zijn niet meer aanwezig, bijvoorbeeld door verbouwing of sloop.

Juridische gevolgen

Beschrijving

19de-eeuwse hoeve met L-vormig opgestelde losse bestanddelen, gelegen op de hoek met de Zorgvlietstraat. Kenmerkend is de hoge leesbaarheid van de bouwgeschiedenis: het langgestrekte volume van boerenwoning met aansluitende stallen in witgeschilderde baksteen en de dwarsschuur met stallen en wagenhuis in donkerrode baksteen behoren duidelijk tot de 19de-eeuwse hoevearchitectuur. Bij de schuur kunnen echter ook de herstellingen in gele baksteen, doorgevoerd na de vernielingen van de Eerste Wereldoorlog, afgelezen worden. Bijkomend werd in 1927 een lage kippenstal op het erf gebouwd, kenmerkend voor een evolutie in de landbouw uit die periode.

Historiek

Op de Ferrariskaart (1771-1778) is op deze plaats een hoevesite met twee gebouwen aangeduid, middenin een groot boomgaardperceel op een straathoek. Ten noordwesten zijn een L-vormig en een rechthoekig gebouw (haaks op de Steenakkerstraat) weergegeven. Op de Atlas der Buurtwegen (1843-1845) en de P.C. Poppkaart (midden 19de eeuw) is de configuratie gewijzigd. Het L-vormige gebouw is vervangen door een rechthoekig gebouw ten noorden van het erf (evenwijdig met de Steenakkerstraat), met kleine uitbouw aan de straatzijde. Het volume ten oosten van het erf, haaks op de straat, kreeg aan de achterzijde twee uitbouwen. Deze cartering komt overeen met de vandaag bewaarde L-vormige configuratie met boerenwoning en aansluitende stallen ten noorden van het erf, en dwarsschuur ten oosten van het erf. In 1927 noteerde het kadaster een kleine uitbreiding van de gebouwen en de wederopbouw van een gebouwtje in de moestuin, door eigenaar Van Elewyck-Vanden Bossche. In de ‘situatie voor’ (vermoedelijk teruggaand op de vooroorlogse situatie) is het kleine hoeve-erf met woning met stallen en schuur omgeven door een grote huiskavel of -weide. Ten westen was er aan de straat een klein tuinperceel met een gebouwtje. Dit gebouwtje in "puinen" diende echter heropgebouwd te worden. De woning werd aan de straatzijde uitgebreid met een kleine aanbouw onder lessenaarsdak, mogelijk de aanpassing van een bestaande uitbouw. Tussen het hoeve-erf en het tuinperceel werd een nieuwe, langgestrekte stal (evenwijdig met de woning en de straat) gebouwd, wellicht de lage kippenstal. De naoorlogse herstellingen aan de schuur en mogelijk ook aan het dak van de woning werden niet vermeld door het kadaster.

Beschrijving

Het 19de-eeuwse volume van boerenwoning met ten westen aansluitende stallen, ten noorden van het deels verharde erf, is opgetrokken in witgeschilderde verankerde baksteen boven een zwart geschilderde plint. Het langgestrekte gebouw is gevat onder een aan de achterzijde mank zadeldak met licht geknikte dakoverstek. De dakbedekking bestaat uit rode mechanische pannen, van het type Duitse pannen, typisch voor (herstellingen uit) de wederopbouwperiode. De erfgevel wordt links (ten westen) gemarkeerd door de stallen met twee brede getoogde staldeuren onder strek en een klein gewijzigd stalvenstertje. De staldeuren bewaren het oude groen geschilderde houtwerk met bovenaan luikje. In de boerenwoning steken twee smallere getoogde deuren en vernieuwde rechthoekige vensters. De linker of westelijke zijgevel (stalzijde) met een nieuw parement (rode baksteen) bewaart de oude laaddeur. De rechter of oostelijke zijgevel (huiszijde) is verzorgd uitgewerkt met sikkelvormige muurankers en een rondbogig beglaasd heiligennisje in een omlijsting van gesinterde baksteen met kruisbekroning. Het nisje is gevat tussen een rechthoekig zoldervenster onder strek (links boven) en een rechthoekig (opkamer)venster onder kopse laag (rechts onder). Deze vensters bewaren de 19de-eeuwse, groen en wit geschilderde houten kozijnramen met ijzeren hang- en sluitwerk. Het zolderraam heeft een kruisvormige roedeverdeling. Het andere venster is ingevuld met een bolkozijn met beluikt benedenvak en kleine roedeverdeling in het bovenlicht. In de achtergevel (straatzijde) steekt links een kleine opkamer met dichtgemetseld getoogd venstertje onder strek. Rechts sluit een vooruitspringend gedeelte onder lessenaarsdak aan. In de plint steken gedichte getoogde keldervenstertjes onder strek. Het rechter deel van deze aanbouw dateert duidelijk uit de tweede helft van de 20ste eeuw (nieuw groot raam). Het stalgedeelte rechts daarvan (ten westen) bewaart een getoogde staldeur onder strek. Op enkele vernieuwde venstertjes na is deze gevel blind.

De dwarsschuur met stallen en wagenhuis, ten westen van het erf, is gevat onder een zadeldak in rode Vlaamse pannen, met geknikte dakoverstek op geprofileerde houten modillons. Dit 19de-eeuws gebouw is opgetrokken in donkerrode verankerde baksteen. De herstellingen van na de Eerste Wereldoorlog (linker of noordelijke zijgevel en noordelijke traveeën van erf- en achtergevel) zijn echter duidelijk leesbaar door het gebruik van gele baksteen uit de wederopbouwperiode. De doorgetrokken plint in donkerrode baksteen wijst duidelijk op een herstelling en niet op een uitbreiding. Voor de erfgevel is de stoep van bakstenen op hun kant gedeeltelijk bewaard. Deze langse gevel telt negen afwisselend smalle en brede traveeën. Bijna in het midden van de gevel steekt de hoge schuurpoort onder houten latei. De travee links en twee traveeën rechts (met voorgeplaatst recent nutsgebouw) van de schuurpoort zijn geritmeerd door lisenen. De poort is geflankeerd door de aardappelkelder met getoogde deur (links) en de oorspronkelijk blinde travee van de tasruimte (rechts). In de rechter of zuidelijke eindtravee was het wagenhuis ondergebracht. Links (ten noorden) van de aardappelkelder bevinden zich de stallen met getoogde staldeuren (één gewijzigde rechthoekige deur) en -venstertjes onder kopse baksteenlaag. In de langse achtergevel is de hoge schuurpoort gevat tussen twee blinde traveeën (links inbreng van recent stalvenster). In de linker of zuidelijke eindtravee is de lagere, dichtgemetselde wagenhuispoort onder houten latei nog afleesbaar. In de gevelvelden van de zijgevels steken rondbogige laadluiken. Het groen geschilderde houtwerk is bewaard. De schuurpoorten bestaan uit twee vleugels met telkens een klinket. De deuren zijn voorzien van een houten beplanking met ijzeren hang- en sluitwerk. Soms heeft het beneden- of bovendeel van de tweeledige staldeuren een metalen beplating, net zoals de laadluiken in de zijgevels. De houten stalraampjes hebben een gelede roedeverdeling.

De langgestrekte kippenstal uit het interbellum is gevat onder een laag lessenaarsdak (evenwijdig met de woning en de straat, golfplaten). Het gebouw in donkerrode baksteen is kenmerkend aan de hogere zuidzijde voorzien van een volledig beglaasde wand (voorgeplaatst afdak van latere datum). In de smalle zijgevel steekt een getoogde deuropening onder strek, ingevuld met een metalen deur.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, Mutatieschetsen en bijhorende staten Ieper, afdeling XIII (Dikkebus), 1927/27.

Auteurs: Vanneste, Pol
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve met losse bestanddelen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/308166 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.