Betonnen militaire constructie, gelegen op de hoeve Prinsenmolenstraat 13.

Het betreft een Belgische bunker, opgetrokken als onderdeel van het Bruggenhoofd Gent. Deze verdedigingsstelling werd tussen 1934 en 1938 aangelegd op acht kilometer ten zuiden van Gent ter verdediging van het nationaal reduit. De aanleg hiervan kaderde in de fortificatiepolitiek die België na de Eerste Wereldoorlog voerde.

Het eigenlijke bruggenhoofd was opgebouwd uit twee weerstandsnesten – Betsberg en Muntekouter – en drie steunpunten – Semmerzake, Eke en Astene. De weerstandsnesten en steunpunten waren met elkaar verbonden via een courtine, bestaande uit drie verdedigingslijnen.

Deze bunker maakte deel uit van de voorste verdedigingslijn tussen het steunpunt Semmerzake en het weerstandsnest Muntekouter. De bunker bestaat uit een toegangssas en twee bunkerruimtes elk met een getrapte schietopening voor mitrailleur aan zuidoostelijke zijde. Dit schootsveld was afgestemd met dat van bunker Mu1 van het weerstandsnest Muntekouter. De schietopeningen werden bijkomend beschermd door de verder doorlopende zuidwestelijke muur (oreillon). De bunker was voorzien voor de opstelling van een Maximmitrailleur en een Hotchkiss- of Coltmitrailleur.

De bunker was gecamoufleerd als bijgebouw bij de hoeve. Hiertoe werd de betonnen constructie met bakstenen muren omgeven, waarvan er nog vrij veel sporen bewaard zijn. De toegang tot het toegangssas zat achter een deur met uitzicht van een buitendeur. De schietopeningen zaten elk achter twee luiken. Deze waren ingewerkt in zogenaamde vensteropeningen, die gesimuleerd werden aan de hand van gegalvaniseerde metalen platen waarop houten raamprofielen waren gekleefd. Behalve beide schietopeningen waren er nog drie andere vensters ramen gesimuleerd. Een oeil-de-boeuf in het metselwerk bij het toegangssas is verdwenen. Op de bunker was een zadeldak opgetrokken, belegd met asbestgolfplaten. De bunker zat deels verstopt achter hagen. Er zijn nog sporen van camouflageverf terug te vinden.

Op bevel van de Duitse bezetter werden ijzeren onderdelen in 1941 verwijderd en werden bunkeropeningen in 1944 dichtgemetseld. De toegang en schietopeningen zijn ondertussen (deels) opengemaakt.