Betonnen militaire constructie, gelegen op een akker, net ten oosten van de grens tussen Munte en Baaigem. De bunker ligt ten zuiden van de Torrekensstraat, ten westen van de Hundelgemsesteenweg. De bunker ligt centraal bovenaan de hoogte van Muntekouter, op 95 meter ten oosten van bunker Mu17, op 350 meter ten westzuidwesten van bunker Mu15. Rond Muntekouter is een grote concentratie aan bunkers terug te vinden.
Het betreft een Belgische bunker, opgetrokken als onderdeel van het Bruggenhoofd Gent. Deze verdedigingsstelling werd tussen 1934 en 1938 aangelegd op acht kilometer ten zuiden van Gent en maakte deel uit van het nationaal reduit. De aanleg hiervan kaderde in de fortificatiepolitiek die België na de Eerste Wereldoorlog voerde.
Het eigenlijke bruggenhoofd was opgebouwd uit twee weerstandsnesten – Betsberg en Muntekouter – en drie steunpunten – Semmerzake, Eke en Astene. De weerstandsnesten en steunpunten waren met elkaar verbonden via een courtine, bestaande uit drie verdedigingslijnen.
De weerstandsnesten dienden rondom rond verdedigd te worden en moesten op zichzelf kunnen standhouden, ook in het geval de rest van de bunkerlinie zou vallen. De 25 bunkers van het weerstandsnest Muntekouter werden bijgevolg dicht bijeen opgericht. De toegepaste bunkertypes van het weerstandsnest lopen sterk uiteen, gaande van bunkers met één ruimte voor mitrailleur tot bunkers voor 47mm kanonnen.
Bunker Mu18 ligt bovenaan de hoogte van Muntekouter, centraal in het weerstandsnest. De bunker bestaat uit één L-vormig toegangssas en één bunkerruimte met een getrapte schietopening in oostelijke richting. Dit schootsveld was afgestemd op dat van bunker Mu15. De schietopening kon worden afgesloten met een metalen valluik en werd bijkomend beschermd door een oreillon (uitstekende muur) aan de zuidoostelijke hoek. De mitrailleurkamer was voorzien voor de opstelling van een Maximmitrailleur en een Browning FM30. Het toegangssas kon bereikt worden via een bakstenen toegangsput, die afgesloten kon worden met een metalen valluik en afgedaald kon worden via klimijzers.
De bunker is deels ingeplant in het hellend terrein. De nog zichtbare delen van de bunker werden gecamoufleerd aan de hand van betonnen bulten ('enduit Tyrolien mamelonné'), die nog steeds aanwezig zijn. Hierop werd camouflageverf aangebracht.
Voor zover zichtbaar draagt de bunker geen sporen van oorlogsgeweld. Op bevel van de Duitse bezetter werden ijzeren onderdelen in 1941 in principe verwijderd en werden bunkeropeningen in 1944 dichtgemetseld. De toegang is nog steeds dichtgemetseld. Voor zover zichtbaar, zijn de ijzeren onderdelen binnenin niet ontmanteld geweest, op de gepantserde deur na. De bakstenen toegangskuil is de voorbije jaren uitgebroken.
- JANSSEN E. 2007: Bruggenhoofd Gent, België onder de wapens 26, Erpe.