Betonnen militaire constructie gelegen op een akker tussen de Sint-Bavostraat, de Proefhoevestraat en de Potaardestraat. De bunker ligt op 330 meter ten zuidwesten van bunker B41, op 430 meter ten noordoosten van bunker B39.

Het betreft een Belgische bunker, opgetrokken als onderdeel van het Bruggenhoofd Gent. Deze verdedigingsstelling werd tussen 1934 en 1938 aangelegd op acht kilometer ten zuiden van Gent ter verdediging van het nationaal reduit. De aanleg hiervan kaderde in de fortificatiepolitiek die België na de Eerste Wereldoorlog voerde.

Het eigenlijke bruggenhoofd was opgebouwd uit twee weerstandsnesten – Betsberg en Muntekouter – en drie steunpunten – Semmerzake, Eke en Astene. De weerstandsnesten en steunpunten waren met elkaar verbonden via een courtine, bestaande uit drie verdedigingslijnen.

Deze bunker maakte deel uit van de derde verdedigingslijn van het bruggenhoofd, die hier ten noorden van het weerstandsnest Betsberg liep.

Deze bunker bevat één toegangssas en één binnenruimte voorzien van een getrapte schietopening voor mitrailleur in zuidelijke richting. Een oreillon (uitstekende bunkermuur) aan de zuidelijke hoek diende deze schietopening bijkomend te beschermen. De bunker was voorzien op de opstelling van een mitrailleur van het type Maxim, Hotchkiss of Colt.

De bunker werd gecamoufleerd aan de hand van betonnen bulten, ‘enduit Tyrolien mamelonné’ genoemd. Deze camouflage werd beschilderd met okergeel en groenvarianten.

Op bevel van de Duitse bezetter werden ijzeren onderdelen in principe in 1941 verwijderd en werden bunkeropeningen in 1944 dichtgemetseld. De schietopening is ondertussen terug opengemaakt.