Betonnen militaire constructie, gelegen op de rand van een bosje, langs de Rattepaswegel, een onverhard pad tussen Rattepas en Asselkouter. De bunker is ingeplant tegen een helling. Op 200 meter ten zuidwesten ligt bunker AV5, op 210 meter ten noordoosten de bunker A26.
Het betreft een Belgische bunker, opgetrokken als onderdeel van het Bruggenhoofd Gent. Deze verdedigingsstelling werd tussen 1934 en 1938 aangelegd op acht kilometer ten zuiden van Gent ter verdediging van het nationaal reduit. De aanleg hiervan kaderde in de fortificatiepolitiek die België na de Eerste Wereldoorlog voerde.
Het eigenlijke bruggenhoofd was opgebouwd uit twee weerstandsnesten – Betsberg en Muntekouter – en drie steunpunten – Semmerzake, Eke en Astene. De weerstandsnesten en steunpunten waren met elkaar verbonden via een courtine, bestaande uit drie verdedigingslijnen. Deze bunker maakte deel uit van de voorste verdedigingslijn tussen de weerstandsnesten Muntekouter en Betsberg.
De bunker bestaat uit een toegangssas en twee bunkerruimtes, elk met een getrapte schietopening voor mitrailleur aan zuidoostelijke zijde, gericht naar het lagergelegen terrein. Opmerkelijk is het niveauverschil tussen beide ruimtes, binnenin overbrugd door vijf treden. De schietopeningen zitten bijgevolg op een verschillende hoogte. Het schootsveld van beide schietopeningen verschilt onderling lichtjes. Dit schootsveld was afgestemd op dat van de bunker A26. De schietopeningen werden bijkomend beschermd door een oreillon (uitstekende muur) ter hoogte van de zuidelijke hoek. Op de plannen is te zien hoe er aan de voorzijde van de bunker draadversperringen waren voorzien om de schietopeningen onbereikbaar te maken. De linkse schietopening kon afgesloten worden met een valluik, de scharnieren zijn hier nog bewaard. De bunker was voorzien voor de opstelling van een Maximmitrailleur en een Hotchkiss- of Coltmitrailleur. De toegang tot de bunker was te bereiken via een metalen valluik en klimijzers en kon bijkomend afgesloten worden met betonnen platen.
De zichtbare delen van de bunker werden gecamoufleerd aan de hand van betonnen bulten, ‘enduit Tyrolien mamelonné’ genoemd. Deze camouflage werd beschilderd met okergele, groene en mogelijk ook rode kleur.
Voor zover zichtbaar vertoont deze bunker geen sporen van directe strijd. Nochtans zouden de bunkers A26, A25 en Av5 in mei 1940 betrokken zijn bij kleine schermutselingen. Op bevel van de Duitse bezetter werden ijzeren onderdelen in 1941 in principe verwijderd en werden bunkeropeningen in 1944 dichtgemetseld. De toegang tot de bunker is nog volledig dichtgemetseld. Binnen in de bunker blijken de meeste ijzeren onderdelen nog bewaard, waaronder het onderstel en de spilschroef voor beide chardome-affuiten en de ijzeren dragers voor wandrekken.
- JANSSEN E. 2007: Bruggenhoofd Gent, België onder de wapens 26, Erpe.