Hoeve zogenaamd " 's Heren Jans Zetel", zie uithangbord, bijgenaamd "De Cayenne". Oude, eertijds omwalde hofstede - wal gedempt in 1959, met uitzondering van gedeelte ten zuidoosten - met poortgebouw, enig op de gemeente. Losse, U-vormige opstelling van verankerde, bakstenen gebouwen onder zadeldak (Vlaamse en mechanische pannen) met overstekende rand op houten modillons bij boerenhuis en schuur, rond een gebetonneerd erf; witgekalkte erfgevels op gepikte plint. Lange, geasfalteerde erfoprit.
Ten zuidoosten, classicistisch 18de-eeuws poortgebouw onder manke bedaking (nokrichting loodrecht op het huis). Pilastergevel op sokkel van Atrechtse zandsteen; pilasters van gele bakstenen. Geprofileerde, witgekalkte kroonlijst en architraaf, ter aflijning van de gevel. Lichtgleuven boven de sokkel. Centrale, korfbogige doorgang in witgekalkte, bakstenen omlijsting met imposten en sluitsteen. Houten muurkapelletje boven laatst genoemde lagere erfgevel op plint van Atrechtse zandsteen. Korfboogpoort met arduinen schamppalen midden rechthoekige recentere muuropeningen, onder meer links gelegen staldeur. Bakstenen deels vernieuwde zijgevels. Vlak overzolderde doorgang met moer- en kinderbalken.
Ten noordoosten, boerenhuis aanleunend bij het langgestrekte type: vier links gelegen staltraveeën + vier, oorspronkelijk vijf traveeën tellend woonhuis (dubbel-?) en één bouwlaag. Erfgevel met 19de-eeuws uitzicht, te zien aan houten kozijnen licht verdiept in getoogde omlijsting; voorts aangepaste muuropeningen. Links onderkelderde achtergevel, onder meer met oude bakstenen zogenaamd "moefen". Rechthoekige kelderopeningen met getralied kozijn onder rollaag; dichtgemetselde kelderdeur. Rechthoekige opkamervensters met beluikt houten kozijn, schuiframen en kleine roedeverdeling. Aanbouwsel onder lessenaarsdak tegen rechter zijgevel. Interieur. Vlak overzolderde kelder.
Ten westen, dubbele dwarsschuur met links wagenhuis (nokrichting loodrecht op het huis). Lange gevels oorspronkelijk in stijl- en regelwerk met horizontale plankenbeschieting op bakstenen voeting, echter versteend aan de erfzijde. Rechthoekige schuurpoorten met rondboogdeurtje. Uilengat in rechter zijgevel. Aanbouwsels tegen voor-, achter- en linker zijgevel. Interieur. Overkapping door middel van negen traveeën tellend schaargebint met dubbel geschoorde nokstijl.
- DUFLOU R., Geschiedenis van Vlamertinge, Langemark, 1956, p. 144.