Britse militaire begraafplaats, gelegen in de velden nabij de hoeve Rijselstraat 34, op ongeveer één kilometer ten zuidoosten van Mesen, op ongeveer 400 meter ten zuidwesten van Bethleem Farm East Cemetery, tegen de flank van de heuvelrug van Mesen. De begraafplaats is te bereiken via een dreef naar de hoeve en een graspad. 

Deze begraafplaats vlakbij ‘Schnitzel Farm’ (Rijselstraat 34) gelegen, werd gestart op 7 juni 1917 na de ontploffing van 19 dieptemijnen tijdens de Mijnenslag. De ‘Bethleem Farm’-hoeve en omgeving waren die dag veroverd door de 3de Australische divisie. De begraafplaats bleef in gebruik tot december 1917. Hier werden vooral mannen van de ‘14th (Light) Division’ begraven.

Volgens het huidige register liggen er 165 doden uit de Eerste Wereldoorlog begraven, waaronder 24 doden uit het Verenigd Koninkrijk, 114 Australiërs (waarvan 1 niet geïdentificeerd kon worden) en 27 Nieuw-Zeelanders. Voor één Nieuw-Zeelander, wiens graf door het oorlogsgeweld vernietigd raakte, werd een ‘special memorial’ opgericht. Er ligt eveneens nog een niet-geïdentificeerde Brit uit de Tweede Wereldoorlog begraven.

Het ontwerp van de begraafplaats is van de hand van G.H. Goldsmith. 

Begraafplaats met nagenoeg rechthoekig grondplan (op de schuine zuidwestelijke hoek na) en een oppervlakte van ca. 630m². De begraafplaats wordt omheind met een bakstenen muur, afgedekt met witte natuursteen. Open, geplaveide toegang in de schuine hoek, geflankeerd door twee hogere bakstenen pijlers, afgedekt met witsteen (met het opschrift ‘Bethleem Farm West Military Cemetery 1917’) en twee witte paaltjes. Bij de toegang bevinden zich het registerkastje, de metalen informatieplaat en de teksten van de landplaten. Het ‘Cross of Sacrifice’ (type A1) staat centraal achteraan op de begraafplaats en wordt geflankeerd door twee meidoorns. De graven liggen verspreid over één perk. Het geheel wordt getooid met bloemperken en struiken.