Twee parallel gelegen en haaks op de straat ingeplante rijen arbeiderswoningen, weerszijden een deels geasfalteerde, deels gekasseide koer. Omhaagde moestuin achter de linkervleugel. Eertijds aanleunend bij de zogenaamde "Witte Molen", graanmolen en olieslagerij, gebouwd in 1801 door P. Bafcop met bakstenen, afkomstig van het door de Sansculotten vernielde kasteel van Wintershove. Toestemming tot plaatsing van een stoommachine in mei 1863, gevolgd door de oprichting van hoge ronde schouw en afbraak van kap en molenwieken. 1871: bouw van verscheidene magazijnen en hoekhuisjes, palend aan de straat (nummer 553). 1919-1920: ombouw van vermelde magazijnen tot twee woonhuizen (nummer 555-557). Molen werkzaam tot in 1960; sloping in 1966. Plaats thans ingenomen door loodsen en garage.

Van vermelde arbeidershuisjes zijn beide hoekhuizen (nummer 553 en 559) het best bewaard. Parallel gelegen vleugels: verankerde, rode baksteenbouw van één bouwlaag op gepikte plint, onder zadeldak (nok loodrecht op straat, blauwgeglazuurde Vlaamse pannen), afgewolfd aan straatzijde. Nummer 555-557: aangepaste muuropeningen; sporen van korfboogpoorten, ook in de achtergevel. Nummer 553 en 559: hoekhuizen, met grosso modo identieke straatgevel van drie traveeën. Nummer 553, lichtblauw beschilderd, met afgeschuinde linker hoektravee en opkamervenster (schuifraam) aan koerzijde; nummer 359 met afgeronde linkerhoek onder overstek. Straatgevel onder aflijnend getrapt baksteenfries. Getoogde muuropeningen onder strekse latei: beluikte vensters bij nummer 553; blind venster aan koerzijde bij nummer 559; centrale deur met verdeeld bovenlicht, aan straatzijde; betegelde lekdrempels. Rechthoekige schuifpoorten en houten dakvenster onder zadeldak met windborden aan koergevel van nummer 559; onder meer kozijndeur en getralied venstertje in achtergevel van laatstgenoemde.