Kapel het Eikske, onder de schaduw van een lindeboom, bevindt zich langs de Romeinse weg die de grens vormt tussen Neerlanden (Landen) en Dormaal (Zoutleeuw). De kapelsite, bestaande uit kapel en omringende bomen, staat boven op de noord-zuidgerichte heuvelrug tussen Neerlanden en Neerhespen en torent boven het omliggende landschap uit.
Al in de 16de eeuw stond er een imposante eik op deze plaats. Het gerecht van Neerlanden en het galgenveld bevonden zich vlakbij. Gelegen tussen de dorpen Dormaal, Neerlanden en Neerhespen, langs een kruispunt van wegen, diende deze wellicht als oriëntatiepunt in het landschap.
De kapel zou als boomkapel ontstaan zijn op 3 september 1575. Naar verluidt werd op die dag Anna Troost, een lokaal jong meisje, gruwelijk vermoord door een Spaanse ruiter en werd daarom een Mariabeeldje in de eik gehangen. De dader werd 10 dagen later gevat en op het naburige galgenveld opgehangen. De woede bij de plaatselijke bevolking moet groot geweest zijn, want volgens het verhaal werd zijn lijk nadien in stukken gehakt en aan de boomtakken opgehangen. Pas op 6 oktober werden zijn resten, met toestemming van de meier, door Spaanse ruiters uit het garnizoen van Tienen verzameld en begraven.
In de 17de eeuw kwamen koortslijders bij de kapel om genezing smeken bij de Heilige Maagd. Dit gebruik bleef tot diep in de 20ste eeuw bewaard. Moeders van koortslijdende kinderen bonden lintjes of stukjes stof aan de tralies van de deur, baden en liepen dan zo snel mogelijk weer naar het dorp. Hoe sneller ze liepen, hoe groter de kans op genezing, omdat de koorts hen dan niet zou kunnen achtervolgen en bij de kapel moest achterblijven. Het gebruik raakte de laatste jaren in onbruik, al hangen ook nu nog enkel kinderknuffels en tutjes aan de deur van de kapel.
De reusachtige eik werd tijdens het beleg van Zoutleeuw, in september 1705, door Hollandse soldaten geveld. De toenmalige pastoor von Brachell slaagde erin het beeld te redden. Toen in 1713 er weer vrede was, bouwde hij op deze plaats een kapel waarin het beeld werd geplaatst. Wellicht werd er toen ook een nieuwe eik aangeplant. Op de topografische kaart van Villaret staan kapel en boom aangeduid als 'Chapelle et Arbre nomé le Chesne'. Toen de kapel halverwege de 19de eeuw vervallen was, plaatsten de inwoners van Dormaal het beeld weer in de boom. In 1876 lieten de inwoners van Neerlanden de kapel weer restaureren. Rond 1900 zou ook deze eik weer verdwenen en vervangen zijn door twee lindebomen.
In 1944 werd het oorspronkelijk beeld uit de kapel gestolen en vervangen door een nieuw exemplaar. Dit beeld werd in 1977, samen met de rest van het kapelletje verwoest door vandalen. In 1978 werd de kapel nogmaals gerestaureerd en voorzien van een nieuw plaasteren beeld van een gekroonde Maria met kind. De nieuwe kapel werd omringd door berken en op het omringende terrein werden een zestal zitbanken en een altaar geplaatst. De feestelijke inwijding vond plaats op Hemelvaartsdag 1978. Ook dit Mariabeeld werd omstreeks 2010 gestolen. Het Tractorcomité van Linter liet een nieuw beeld maken. In 2012 werd de kapel nogmaals gerestaureerd en opnieuw ingewijd op Hemelvaartsdag 2012. Het is onduidelijk of de huidige kapel nog een oudere kern (voor 1978) bevat. De bronnen maken verschillende malen melding van de 'vernietiging' en 'restauratie' van de kapel, maar vermelden niet of deze een volledige heropbouw betreft dan wel een gedeeltelijke restauratie waarbij oorspronkelijk elementen bewaard bleven.
De bakstenen pijlerkapel heeft een vierhoekig grondplan en spits zinken dak. De spitsboogvormige nis bevat het Mariabeeld en is afgeschermd door een smeedijzeren hek. Voor de kapel staat een smeedijzeren kaarsenhouder met offerbakje. De kapel wordt nog geflankeerd door een linde met een kruisbeeld. Op het terrein staan ook drie eiken die wellicht in de jaren 1990 werden toegevoegd ter vervanging van de eerder aangeplante berken.
Elk jaar op Hemelvaartdag vindt er een bedevaart plaats naar de kapel en wordt daar het Meilof gehouden. Dit wortelt in een oude traditie van processies die door de eeuwen heen een aantal keren onderbroken en aangepast werd. In 1667 is er al sprake van een jaarlijkse bedevaart op 2 mei. Die gewoonte geraakte echter op een bepaald moment in onbruik en belandde in de vergetelheid, want volgens een krantenartikel uit 1973 organiseerde de plaatselijke pastoor een eerste bedevaart in 1897. Dit raakte echter snel weer in verval. Wanneer de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, belooft de pastoor op Pinksterzondag 12 mei om een jaarlijkse bedevaart te houden als de parochie gespaard blijft van bombardementen. De eerste bedevaart werd georganiseerd op 25 mei 1940 en telde 300 deelnemers en daarna jaarlijks op Pinkstermaandag. Deze keer hield de traditie wel stand. In 1942 wordt er een gebed voor Onze Lieve Vrouw van het Eikske uitgegeven en in de jaren 1960 een lied, dat nog steeds jaarlijks gezongen wordt op de bedevaart. De verplaatsing van de jaarlijkse bedevaartsdag naar Hemelvaart, ontstond wellicht in 1978, toen de pas gerestaureerde kapel op Hemelvaartsdag weer ingewijd werd tijdens een openluchtmis met honderden aanwezigen uit Neerlanden en omgeving. Het gebruik vindt tot op vandaag plaats, maar evolueerde van een echte processie naar een ingetogen voettocht.
Auteurs: Kinnaer, Anse
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Neerlanden
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kapel Onze-Lieve-Vrouw 't Eikske en omringende kapelbomen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/308397 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.