Tussen de Hekkestraat en de Bergestraat in Steenhuize bevindt zich een onverharde voetweg ('Krekelenbergweg') als relict van een oud tramspoor.
Het tracé is een onderdeel van het tramspoor waar van 1907 tot 1955 een tram van Merelbeke via Herzele naar Geraardsbergen reed. In Herzele werd voor het eerst melding gemaakt over een buurtspoorweg in 1897. En op 23 juni 1907 stoomt de eerste tram Herzele binnen.
De komst van de tram zorgde voor nieuwe ontwikkelingen en veranderingen in het landschap in de nabije omgeving van het spoor.
De tram stond allereerst in voor het vervoer van passagiers tussen Gent en Geraardsbergen. Waar de tram passeerde, verrezen huizen. De buurtspoorwegen speelden ook een grote rol in de ontsluiting van de plattelandseconomie. De voornaamste goederen die de tram vervoerde, waren: steenkool, bouwmaterialen en landbouwproducten als meel, graan, vlas, stro, vee en mest. In 1925 beslist François Saey een katoenspinnerij (de huidige Wattenfabriek) te bouwen in Herzele, op een terrein grenzend aan de spoorlijn. Saey realiseerde zelfs een privé-aansluiting. Ook verschillende confectieateliers en korsettenmakerijen maakten gretig gebruik van deze tramlijn.
Als in 1914 de Duitsers ons land binnen vallen, stopt het tramverkeer op de grote lijnen en worden de sporen zelfs hier en daar opgebroken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef de tram rijden en speelde een belangrijke rol in de voedselvoorziening in onze regio.
Na Wereldoorlog II werd de concurrentie groot met de private autobusdiensten en koning auto zelf. Dit had tot gevolg dat men besliste om de tram te vervangen door autobussen en de sporen die nutteloos waren geworden op te breken. De gemeenten en later privépersonen kregen de gelegenheid om gronden aan te kopen.
Twee stukken trambedding (Sint-Lievens-Houtem/Herzele en Herzele/Sint-Lievens-Esse) werden begin de jaren ’90 van vorige eeuw, omgevormd tot verharde fiets- en wandelpaden.
Dit deel van het traject is vrij gaaf bewaard gebleven en heeft ook specifieke landschappelijke, ruimtelijk-structurerende waarde door de sterk verhoogde opbouw in het landschap en de landschappelijke inbedding van het tracé, bestaande uit een onverhard pad met gemengde houtkanten en opgaande bomen. Tussen de Hekkestraat en de Bergestraat steekt de bedding de vallei van de Mussenbeek over en overbrugt zo een groot hoogteverschil. Vanuit het omliggende landschap is de oude trambedding dan ook een beeldbepalend landschapselement.
