erfgoedobject

Moenebroek en dorpskom van Vloerzegem

landschappelijk geheel
ID
308472
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/308472

Beschrijving

Tussen de dorpskern van Vloerzegem en de Gentsesteenweg (N42) ligt het valleigebied van de Moenebroekbeek, ook wel het ‘Moenebroek’ genaamd.

Het Moenebroek is een smalle vallei, ingesloten tussen hoger gelegen akkergronden. Het historisch halfopen landschap wordt gekenmerkt door natte graslanden, bronnen en kwelzones, moerasbosjes, ruigtes, een kleine valleisteilrand met daarop (trage) wegen en losse bebouwing die parallel aan de vallei liggen.
De landbouwgebieden hogerop zijn merkelijk droger en worden in het noorden van het gebied veelal in gebruik genomen als akker. In het zuiden komen vooral graslanden voor, afgesloten door hagen en houtkanten.

Geologie en bodem

De vallei is geen erosiedal, maar een depressie tussen differentiële lössaccumulaties. In het Holoceen hebben de beken natuurlijk een zekere, maar beperkte, erosie uitgeoefend. Op veel plaatsen ontstond veenvorming: de lössdepressies hadden immers niet perse een continu verval naar de Dender toe. Elders trad wel beekerosie op, onder meer door meandering, wat in Moenebroek uitgesproken aanwezig is. De lösslaag is enorm dik, veel dikker dan op de plateaus en heuvels van Midden- België. Achtduizend jaar Holoceen, een gematigd en regenachtig klimaat, hebben de löss meestal ontkalkt tot een diepte van 3 tot 4 m. Dit betekend dat de enorme dikke lösslagen ten noordnoordwesten van de Dender op enkele meters na nog kalkrijk zijn. Zo is het kwelwater dat in de hellingen en valleibodems uittreedt, ook kalkrijk.

De hoger gelegen gronden aan de rand van de vallei zijn drogere leemgronden. in de laaggelegen zones komen sterk tot zeer sterk gleyige gronden op lemig materiaal met reductiehorizont voor. Het bronbos in de vallei bevindt zich op een veenbodem.

Hydrologie

Centraal in het gebied meandert de Moenebroekbeek, behorend tot het hydrografische bekken van de Dender. De vallei heeft een permanent nat karakter (vandaar ook ‘broek’ in de benaming van het gebied), voornamelijk door het voorkomen van kwel op tal van plaatsen langs de kleine steilranden van de vallei en enkele hoger gelegen zones. Maar ook in de valleibodem duiken kwelzones op. Verschillende open plekken in het bos vertonen een permanent moerassig karakter.

Historiek en landschapsgebruik

Op de Villaretkaart (1745) herkennen we in grote lijnen de huidige vallei, bestaande uit moerasbossen en natte graslanden. Op de hellingen en op de heuvels bevonden zich de open akkergronden. De twee wegen parallel aan de vallei zijn reeds aanwezig, alsook het gehucht ‘Menebrouck’. Relicten hiervan zijn de gesloten hoeves te Ruisenbroek, palend aan de Menebroekbeek, met alle drie een achttiende-eeuwse kern. Namelijk de hoeves te Ruisenbroek 4, Ruisenbroek 6 en Moenebroekstraat 102.

Op de Ferrariskaart (1771-1777) is het aandeel bos in de vallei toegenomen en is het gehucht (nu met toponiem ‘Noenebrouck aangeduid) uitgebreid. Op de Vandermaelenkaart (1846-1854) zien we dat de bosbestanden weer zijn afgenomen. Het typische valleilandschap, bestaande uit graslanden en bossen, was toen smaller.

Op de topografische kaart van 1873 valt mooi af te lezen hoe de parallelle wegen in het noorden en het zuiden van de vallei op de steilranden zijn aangelegd. Het kan ook zijn dat door latere erosie deze kleine steilranden zijn ontstaan of nadrukkelijker vorm hebben gekregen. Deze markeren duidelijk de rand van de vallei ten opzichte van de hoger gelegen open akkers.

Ten opzichte van de topografische kaart van 1909 zien we dat de vallei op de topografische kaart van 1934 dat heel wat akkers zijn omgezet naar graslanden op de rand van de vallei. Deze configuratie komt heel goed overeen met de kenmerken van het huidige landschap. Een toename van grasland ging mogelijk gepaard met de overgang van een vrij open landschap naar een meer gesloten landschap, waarin hagen, houtkanten en knotwilgenrijen (met prikkeldraad) als veekeringen fungeerden.

Het onderlinge gebruik van percelen wisselde echter regelmatig. Ook de bosbestanden veranderden vaak van samenstelling. Zo werd populier oorspronkelijk enkel in het centrum van de vallei aangeplant, maar heeft later ook in andere delen van de vallei aan belang gewonnen. Na 1937 is de totale met populier ingeplante oppervlakte lichtjes teruggelopen.

Sinds 1992, de oprichting van het natuurreservaat ‘Moenebroek’, werd iets meer dan 77 ha in beheer genomen door Natuurpunt. Bijna alle populierenbossen werden gekapt, met uitzondering van de populieren die in het centrale deel, die weliswaar een nulbeheer kennen en dus meer evolueren naar een moerasbos. Drie populierenbossen werden gekapt en evolueren spontaan naar valleibos. Twee kleinere zones zijn omgezet naar dotterbloemgrasland. De zes beheerblokken, die als akker in gebruik waren bij de aankoop, zijn omgezet naar grasland en worden extensief begraasd. Door dit extensieve beheer is een deel van deze percelen matig tot sterk verstruweeld. De laatste jaren zijn er, onder invloed van de wijziging in het behoud van permanent grasland, zeer veel graslanden die in landbouwgebruik zijn, omgezet in akkerland. Het aantal kleine landschapselementen vermindert gestaag, deels door actief verwijderen door de landbouwsector, deels door spontaan afsterven van knotwilgen door watermerkziekte.

Historische dorpskern van Vloerzegem

Oostelijk vloeit de Moenebroekbeek samen met de Molenbeek. Verder stroomafwaarts wordt de vallei nauwer, tussen tuinen en bebouwing door, langs de oude dorpskern van Vloerzegem. De kleinschalige, goed bewaarde dorpskern situeert zich langs de Molenbeek en staat nog ruimtelijk en visueel in relatie met de vallei. De historische bebouwing is voornamelijk geconcentreerd rondom de Sint-Mattheuskerk met ommuurd kerkhof. Deze configuratie zien we al terug op de Ferrariskaart. Onder andere een negentiende-eeuwse hoeve, een gesloten hoeve met vermoedelijk achttiende-eeuwse oorsprong, een kasseiweg en verschillende kerkwegels zijn bewaard gebleven.

  • NATUURPUNT VZW: Natuurbeheerplan Moenebroek aanvraag maart 2021, Mechelen.
  • Kaart van Villaret, Institut National de l’Information Géographique et Forestière, Sint-Mande (France), CH 292, uitgegeven 1745, schaal 1:14.400.
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven in 1846-1854, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Eerste editie, Krijgsdepot, uitgegeven in 1865-1880, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Herziening derde editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1900-1930, schaal 1:20.000.
  • Kaart van België, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1928-1950, schaal 1:20.000.

Auteurs: Schepens, Annelies
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Moenebroek en dorpskom van Vloerzegem [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/308472 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.