erfgoedobject

Kolmontbos

landschappelijk element
ID
308477
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/308477

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd cultuurhistorisch landschap Kolmontbos
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd cultuurhistorisch landschap Kolmontbos
    Deze bescherming was geldig van tot

Beschrijving

Kolmontbos bevindt zich ten noordwesten van de stad Tongeren in de deelgemeente Overrepen. Het is een vrij klein, geïsoleerd bos (17,6 ha) omgeven door hoogstamboomgaarden aansluitend bij de dorpskern van Kolmont. Het gebied maakt deel uit van het bosreservaat ‘Kolmontbos’ met overwegend beuk en zomereik. In het bos ligt de burchtruïne van Kolmont.

De oudste bodemlagen zijn gevormd in het Krijt en bestaan dan ook voor een groot deel uit krijt. Deze secundaire lagen werden in het tertiair afgedekt door mariene en continentale zandlagen. In het pleistoceen trad erosie op en werd het dal gevormd waarin de burcht(heuvel) ligt. Tijdens het laatglaciaal en het holoceen warmde het klimaat op en zorgden rivierafzettingen voor het opvullen van de dalen. Als resultaat van ontbossingen onder andere door de mens nam de erosie op hellingen toe. Holocene hellingsprocessen zorgden voor verplaatsing van de tertiaire sedimenten op hellingen en aan de rand van rivierdalen. Als resultaat ligt er rond de burchtheuvel een groot scala aan verschillende tertiaire lagen aan het oppervlak.

De bodems vertonen een sterke variatie en wisselen tussen zandige opduikingen en (zand)lemige depressies. In het bos hebben hellingsprocessen gezorgd voor verplaatsingen van de afdekkende leemlaag. Dit resulteert in zones met ontsluitingen van tertiaire kleigronden en mariene pakketten lemig zand en lichte zandleem. De hellingen rond de burchtheuvel hebben een bijzonder heterogene bodemopbouw waar klei, leem, zandleem en zand door elkaar voorkomen. De hellingen rond de burchtheuvel hebben een bijzonder heterogene bodemopbouw waar klei, leem, zandleem en zand door elkaar voorkomen. Dit is enerzijds te wijten aan het grote aantal dagzomende lagen van tertiaire ouderdom. Anderzijds hebben hellingsprocessen en menselijke activiteit ook bijgedragen tot het verplaatsen van bodemmateriaal. In de bosrand liggen verschillende rechthoekige kuilen die mogelijk het resultaat zijn van kleinschalige grondwinning.

Kolmontbos ligt op de overgang van vochtig naar droog Haspengouw, op de noordelijke flank van de vallei van de Fonteinbeek. De burcht en het bos bevinden zich in een steil en kort dal met in het zuidoosten twee opvallende ‘tenen’ van het plateau gevormd door dalhoofderosie. Deze opduikingen hebben uitgesproken steile hellingen en worden gescheiden door een smal dal. Hierdoor vertoont het bos twee insnijdingen. Bij de uitbouw van de burcht werd gebruik gemaakt van het natuurlijk reliëf dat werd gemodificeerd in functie van de defensie van de burcht. Ten noorden van de burcht ligt een bron die de buitenste natte gracht van water voorzag. Het water werd afgevoerd naar de Fonteinbeek.

De dorpen en gehuchten in de omgeving van de burcht van Kolmont hebben een middeleeuwse oorsprong en werden verspreid ingeplant in de vallei of op de hogere gronden aan de rand van de alluviale vlakte. Vanaf de 7de-8ste eeuw verwerven de grote abdijen zoals Sint-Truiden en Corbie hier uitgestrekte gronden met vaak Frankische oorsprong. Veel gehuchten gaan vermoedelijk terug op kleine agrarische gemeenschappen bij dergelijke domeinen. De plaatsnaam Kolmont wordt voor het eerst vermeld in 1096 en is een samenstelling van ‘Kael’ (of ‘Cael’) en ‘mont’ wat zou verwijzen naar een ‘kale berg’. Op het einde van de 11de eeuw vormt Kolmont samen met Bilzen een zelfstandige heerlijkheid en was wellicht een enclave binnen het graafschap Loon. Het regelmatig, rastervormig wegenpatroon van het dorp Kolmont wijst op een georganiseerde aanleg, vermoedelijk gestuurd vanuit het kasteel.

Het dorp en de burcht van Kolmont is nauw verweven met de geschiedenis van het graafschap Loon dat een eerste maal in de bronnen opduikt rond 1015/1030. De burcht van Kolmont werd in de 12de eeuw gebouwd op een westelijke uitloper van het plateau tussen Overrepen en Tongeren. De burcht van Kolmont was een onderdeel van de gordel van versterkingen die de graven van Loon oprichtten ter verdediging van de grenzen met Luik en Brabant. De versterking bestond uit een neerhof en opperhof met donjon omgeven door een aarden wal en grachten. Na inlijving van Loon bij het prinsbisdom Luik in 1366, verliest de burcht zijn functie en wordt verlaten. Op het einde van de 15de eeuw wordt de burcht ontmanteld en de materialen worden gebruikt voor de herstellingen van de omwalling van de stad Tongeren. Van de oorspronkelijke gebouwen bleven slechts fragmenten bewaard zoals resten van de omwalling van het neerhof en de vierkante toren.

Pas in de 17de en vooral 18de eeuw duikt Kolmont weer op in de archiefbronnen bij de schenking van een aantal gronden. Op de 18de-eeuwse Villaret- en Ferrariskaart wordt duidelijk een verschil gemaakt tussen het open beekdal en de beboste heuvel waar de burcht zich bevindt. De motteheuvel wordt aangeduid als château ruiné en ligt binnen een geïsoleerd bosperceel. In het oosten grenst dit bos aan cultuurland waar de eerste aanzet tot bebossing al zichtbaar is. Ten zuiden van de burchtsite ligt een strak patroon van parallelle dreven en waterpartijen die deel uitmaken van de tuinaanleg bij het kasteel of de herenhoeve tegenover de burchtsite. In 1866 wordt op de locatie van deze hoeve door de familie Bellefroid een nieuw kasteelvolume gerealiseerd. Op de topografische kaart van 1871 is het wegennetwerk rondom de burcht sterk gewijzigd en uitgebreid. Voor de eerste maal wordt een weg afgebeeld die doorheen het bos richting de burcht loopt. De parallelle dreven in de zichtas van het kasteel zijn herleid tot 1 strakke toegangsweg van op de Burchtstraat.

Vanaf de 19de eeuw zijn er ook iconografische voorstellingen van de burcht die een geromantiseerd beeld schetsen. Ze dateren uit de periode dat het domein in handen was van de familie Bellefroid en de burcht zelf tot een ruïne was herleid. De burchtruïne werd in het blikveld opgenomen zodat een visuele relatie ontstond tussen het 19de-eeuwse kasteel en de burchtsite. In de loop van de 20ste eeuw wordt het padennetwerk rondom de burcht verder uitgebouwd, vermoedelijk met het oog op de ontsluiting van de burchtruïne als parkelement binnen het kasteeldomein. Door een aantal oudere paden te verbinden werd een rondgang gecreëerd die begon en eindigde bij de toegangsdreef.

Het parkkarakter van het bos werd versterkt door onder andere de plaatsing van ornamentale beelden langs de wandelpaden en de aanplant van solitaire bomen en bomengroepen. Zo staat rechts van de toegangsweg naar de burchtwal op een kleine heuvel een imposante zomereik die de toegang domineert. Op de voormalige binnenplaats van de burcht staat een recent afgestorven mammoetboom overgroeid met klimop. Andere markante parkbomen rondom de burcht zijn een aantal bruine beuken met inscripties, enkele solitaire sparren en een taxus op de zuidelijke heuvelflank. In het bos liggen naast enkele rechte dreven van betrekkelijk jonge leeftijd ook een aantal oude, relatief diepe holle wegen die duidelijk herkenbaar zijn op het DHM. Van noordwest naar zuidoost slingert een holle weg door het bos en is diep ingesneden in de helling van de Oude Berg. Vermoedelijk werden oude wegen en lijnelementen geïntegreerd bij de parkaanleg en inrichting van het Kolmontbos bij het kasteel op het einde van de 19de eeuw. Verspreid in het bos liggen langs de holle wegen nog twee omgevallen stenen sokkels voor parkornamenten.

Kolmontbos bestaat voor een groot deel uit oud bos met beuk en zomereik met veel dood hout en monumentale bomen. Dit is het resultaat van een historisch bosbeheer zonder systematische hakhout- of middelhoutuitbating. Er zit veel leeftijdsvariatie in de bestanden en plaatselijk zijn kleine verjongingsgroepen ontstaan. De bosbestanden met zeer oude bomen dateren van voor 1900. Verspreid in het oude loofbos staan ook enkele zwaar ontwikkelde coniferen zoals Europese lork en fijnspar. In het noordoosten domineert jonger bos met vooral abeel, zomereik, beuk en boskers. Het aantal oud bosplanten ligt zeer hoog met vooral daslook, boszegge, Lelietje‐van‐dalen, dalkruid, witte klaverzuring, eenbes, Adelaarsvaren- en kleine maagdenpalm. In de bosrand komen op meerdere locaties verschillende bomen- en struikenrijen voor. Deze lijnaanplantingen komen overeen met historische perceelsgrenzen op het primitief kadasterplan (1840-1843) en werden vermoedelijk aangelegd om een eigendomsgrens te visualiseren. Het gaat om rijen knothaagbeuken en knotessen, meidoornhagen en opgaande zomereiken vaak op een talud.

  • Villaretkaart 1745: Carte topographique de la partie de la Belgique comprise entre Gand et Tournay, Maestricht et Liège, levée par Villaret, Ingénieur du Roi, 1745-1748, schaal 1:14.400, originelen bij het Institut National de l’Information Géographique et Forestière-Saint-Mandé (France), Cartothèque, Chemise 292.
  • De Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden van Jozef Jean François de Ferraris, opgesteld tussen 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000. Koninklijke Bibliotheek van België, http://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/ferraris_nl.html.
  • Topografische kaarten van België, Krijgsdepot: Eerste editie uitgegeven tussen 1865-1880, schaal 1:20.000. Herziening, Militair Cartografisch Instituut: tweede uitgave, 1880-1884, derde uitgave 1889-1900 en herziening derde uitgave 1900-1930, schaal 1:20.000. (Lemoine-Isabeau, 1988)
  • BAEYENS L. 1959: Bodemkaart van België. Verklarende tekst bij het kaartblad Borgloon 106E, Gent.
  • CLAASSEN A. 1970: Van mottoren tot kasteel, Publicaties van het Provinciaal Gallo-Romeins museum Tongeren 14, Tongeren.
  • DOPERE F. & UBREGTS W. 1991: De donjon in Vlaanderen. Architectuur en wooncultuur, Acta Archaeologica Lovaniensia – Monographiae 3, Leuven.
  • JANSSENS F. 2002: Bosbeheerplan voor het bosreservaat Kolmont, Hasselt.
  • RYSSAERT C., PHILIPSEN F. & VANHOLME N. 2020: Een archeologische evaluatie en waardering van de burcht van Kolmont (Overrepen, Tongeren). Eindverslag, RAAP België – Rapport 456, Eke.

Auteurs: Verdurmen, Inge
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Overrepen

  • Is deel van
    Valleien van Mombeek en Fonteinbeek met burcht en bos van Kolmont

  • Omvat
    Burcht van Kolmont

  • Omvat
    Fijnspar bij splitsing wegen

  • Omvat
    Holle weg

  • Omvat
    Holle weg Kolmontbos

  • Omvat
    Knotbomenrij met es en haagbeuk

  • Omvat
    Lijnaanplantingen als bosgrens

  • Omvat
    Mammoetboom Kolmont

  • Omvat
    Opgaande beuk met inkervingen

  • Omvat
    Opgaande zomereik

  • Omvat
    Plataan als hoekboom

  • Omvat
    Rij knothaagbeuken op talud

  • Omvat
    Talud met opgaande eiken en meidoorns

  • Omvat
    Vier opgaande beuken met inkervingen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kolmontbos [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/308477 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.