De verdwenen woning ‘De Lepelaer’ werd gebouwd in de jaren 1524-1530 in opdracht van Aert Staes, lid van het Mechelse visverkopersambacht en meerdere keren schepen van de stad. De huisnaam ‘De Groote Lepelaer’ verschijnt pas in de teksten in het midden van de 17de eeuw.

'De Lepelaer' was een groot en hoog diephuis onder zadeldak, drie bouwlagen hoog en met puntgevel aan de straatzijde. Blikvanger was de laatgotische voorgevel die met grote waarschijnlijkheid kan worden toegeschreven aan Rombout II Keldermans (ca. 1460-1531). De voorgevel bestond uit drie overkragende bouwlagen met vensteropeningen onder accoladebogen op geprofileerde stijlen. De blinde boogvelden bevatten gebeeldhouwde versieringen in renaissancestijl. Haast identieke bouwvormen zijn terug te vinden in archivalisch aan Rombout II Keldermans toegewezen gebouwen, met name het paleis van de Grote Raad in Mechelen en het stadhuis van Gent.

Tijdens een bombardement op 19 april 1944 werd De Lepelaer ernstig getroffen. Het pand brandde volledig uit en stortte in. Alleen de onderste twee bouwlagen van de voorgevel bleven overeind. In 1945 werd het overblijfsel van de voorgevel beschermd als monument. Tijdens een storm in 1948 stortte een groot deel van de gestutte voorgevel in. De laatste resten van de voorgevel werden geruimd in 1955.