De aan de straat gelegen dorpswoning is reeds aangeduid op het Primitief Plan van 1830-1833, met als toenmalige eigenaar Joseph Dhaese uit Opbrakel. In 1935 werd de woning volledig herbouwd.

De dorpswoning telt vier traveeën met dubbelhuisopstand. Het volume van twee bouwlagen is gevat onder een pannen zadeldak. Het roodbakstenen parement van de voorgevel, boven een gecementeerde plint, is verankerd met metalen muurankers met sierlijk geometrisch motief. Het metselwerk is verlevendigd met muurdammen en baksteenfriezen onder de witgeschilderde gootlijsten. De ramen en de centrale deur zijn kenmerkend voor de jaren 1930: aan de bovenzijde zijn de rechthoekige muuropeningen onder baksteenstrek afgeschuind.

Links sluit een lager nutsgebouw op L-vormige plattegrond aan. Dit is gevat onder een pannen schilddak. De bakstenen straatgevel is opengewerkt door een rechthoekige poort onder betonnen latei. De erfoprit rechts van de woning is gemarkeerd door een bakstenen erfpijler op vierkante plattegrond.