Grote Gasthuishoeve, modo Sint-Elisabethgasthuis (Ferrariskaart) en Emmaüshoeve (1794) in kern opklimmend tot de 17de- of 18de eeuw, eertijds eigendom van de Lierse gasthuiszusters; sterk aangepaste gecombineerde hoeve en vroegere woning van de kloosterzusters met grote poelen ten noorden en ten zuiden, een parallelle schuur ten westen en een bakhuis ten oosten op een uitgestrekt, grotendeels omhaagd en met gras begroeid terrein.

Volledig tot woning aangepast woonstalhuis van negen traveeën en één bouwlaag onder overstekend zadeldak (nokrichting loodrecht op de straat, Vlaamse pannen) met aandaken, klossen en uitgewerkte modillons met dropmotief. De twee eerste traveeën waren eertijds de woning van de kloosterzusters, de drie volgende traveeën met hogere tuitgeveltjes bevatten de woning van de boer, de aansluitende vroegere stalling werd zo veel mogelijk met behoud van het vroeger volume heropgebouwd met gerecupereerd materiaal nadat dit gedeelte volledig vernield werd door een storm in 1992.

Verankerde bak- en zandsteenbouw met nu gecementeerde en beschilderde banden, beluikte rechthoekige vensters met zandstenen hoekblokken en korfboogdeurtje in een zandstenen omlijsting met diamantkoppen als sluitsteen en imposten. Zijtuitgevels met muurvlechtingen, overhoekse topstukken en schouderstukken. Achtergevel met bewaard bolkozijn van de opkamer.

Opvallend dicht bij het woonhuis ingeplant tweeledig bakhuis, verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldak, korfboogdeurtje in een beschilderde omlijsting met afweerkruis en rechthoekige venstertjes.

Parallelle, tweebeukige schuur van zes traveeën met aansluitend wagenhuis van twee traveeën Verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldak, geritmeerd door steunberen. Rechthoekige poorten met houten lateien. Ouder gebint met diverse inscripties uit de 18de- en de 19de eeuw, onder andere 1763, 1768, 1770, 1831, 1837, 1858.