Zogenaamd "Ter Kemp". Hoevetje gelegen aan de rand van het bos. Wederopbouw teruggaand op de regionale hoevebouw, zie opstelling: losse, lage bestanddelen U-vormig gegroepeerd rondom een erf (grind); boerenhuis (nokrichting parallel aan de straat), stalvleugel en dwarsschuur respectievelijke ten noordwesten, ten oosten en ten zuidwesten; aanplanting: siertuintje, voor het boerenhuis; resten van boomgaard, ten zuidwesten; materialen: verankerde, donkerrode bakstenen; pannen (mechanische) gebogen zadeldaken met overstekende randen op houten modillons, onderbroken door dakvensters; bakstenen onderdorpels, echter arduinen onderdorpels bij boerenhuis; traditiegebonden houtwerk, kleine roedeverdeling in de bovenvakken en luiken; streekeigen bouwelementen: aflijnend baksteenfries; asemgaten in de schuurvleugel; indeling: boerenhuis van drie traveeën en één opkamertravee, met een getraliede en getoogde kelderopening, en een links aanleunend bakhuisje onder lager zadeldak; een stalvleugel met koestal en melkhuis; een dwarsschuur met aardappelkelder en voormalig "zwingelhok" en wagenhuisgedeelte links. Tabaksast, ten zuiden. Recente loodsen ten zuiden.