De omvangrijke witte paardenkastanje maakte oorspronkelijk deel uit van de dendrologische collectie van het voormalige Hof Ter Meeren. Het ging om een laag vertakt exemplaar dat ten tijde van de bescherming ervan als landschap in 1953 werd gedateerd als meer dan 100 jaar oud.
In 1952 werd de boom beschreven als een exemplaar met zeer dikke wortels die zichtbaar waren boven de grond. De stamomtrek bedroeg 375 cm op het maaiveld en 400 cm gemeten op 150 cm hoogte. De hoogte van de boom bedroeg ongeveer 25 m en de kruin had een diameter van ongeveer 14 m.
Ongeveer een hoogte van iets meer dan 150 cm boven het maaiveld vertakte de boom in zeven quasi verticale gesteltakken, die omwille van hun omvang in elkaar gegroeid waren. Deze gesteltakken hadden een omtrek van 125 cm tot 150 cm. De zeer lange en dikke onderste takken bogen naar de grond. Het uiteinde ervan was op ongeveer 1 m verwijderd van de grond.
In 2003 had de opgaande parkboom met merkwaardige groeivorm een stamomtrek van 486 cm (gemeten op 100 cm). De boom had vitaliteitsproblemen en is in de periode rond 2014 zwaar gesnoeid. De stam van de witte paardenkastanje staat er nog gedeeltelijk.