is aangeduid als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Kerksite Essenbeek met omliggend stratenpatroon
Deze bescherming is geldig sinds
Het centrum van Essenbeek wordt gedomineerd door een driehoekig plein met de parochiekerk en de pastorie.
De morfologie van het gehucht werd in belangrijke mate bepaald door het sinds 1878 verdwenen kasteel. De oorsprong van het volledig omwaterd kasteel, sinds begin 17de eeuw zetel van de heerlijkheid Essenbeek, gaat vermoedelijk terug tot de 13de of 14de eeuw. Het was strategisch ingeplant in het moerassig gebied ter hoogte van de bronnen van de Essenbeek of Vijverbeek, langs een belangrijke verbindingsweg. Op de kabinetskaart van de Ferraris wordt het centrum van Essenbeek gevormd door het kasteel en twee toegangsdreven langs een driehoekig pleintje. Het kasteel ging verloren en enkel de poorttoegang bleef bewaard.
Vanaf midden 19de eeuw kende het landelijke Essenbeek een sterke bevolkingsaangroei wat resulteerde in de oprichting van een nieuwe parochie. Met het Koninklijk Besluit van 18 juli 1874 werd de oprichting van een zelfstandige parochie, opgedragen aan Sint-Jozef en Franciscus, een feit. Als bouwplaats voor de nieuw op te richten kerk en pastorie viel de keuze op een centraal gelegen en nog onbebouwd stuk grond, bekend als "de Maelpot" en deel uitmakend van het areaal van de kasteelhoeve die inmiddels haar landbouwactiviteiten had gestaakt. Dit perceel werd begrensd door de voormalige kasteeldreven wat zorgde voor een prestigieuze omkadering.
De toegangspoort van het in 1878 verdwenen kasteel werd overgenomen door de nieuwe parochie, veruitwendigd door de neogotische Sint-Jozef en Franciscuskerk (1886-1888) en pastorie (1876-1877) van provinciaal architect Gustave Hansotte (1827-1886). De pastorie werd ingeplant ongeveer halverwege het driehoekige terrein en omsloten door een volledig ommuurde tuin die doorliep tot tegen de westelijke perceelsgrens.
Vandaag is de voortuin en het grootste deel van de lusttuin bij de pastorie bewaard. Parallel met de noordelijke bijbouw is er een knotlindenrij. In de tuin staat een oude buxusstruik en zijn er mogelijke relicten van de oude padenstructuur. Kenmerkend is het verheven boommassief met enkele platanen en monumentale beuken dat het oostelijk deel van de tuin inneemt.
Kerk en pastorie met respectievelijk aansluitend kerkhof en pastorietuin werden als één urbanistisch geheel uitgedacht. De omgevingsaanleg met hagen en bakstenen ommuring versterken het beeld van een kerkelijke enclave. Het voorliggend driehoekig plantsoen ten westen met centraal op de kerk gerichte toegangslaan versterkt dit beeld nog. Het geheel wordt in het noorden (Kleemstraat) en het zuiden (Kasteelstraat) begrensd door kasseiwegen met porfier mozaïekkasseien in waaierverband.
Auteurs: Verdurmen, Inge; Foubert, Annemie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)