'Schaapshoeve' volgens de bewoners. 19de-eeuwse hoeve met losse, lage bestanddelen onder zadeldaken met Vlaamse pannen, met overstekende dakrand op houten modillons en met onder meer bliksemafleiders. De gebouwen zijn gegroepeerd rondom een met grint bedekt rechthoekig erf, met een centrale siertuin in plaats van de vroegere vaalt. Deels bewaarde bakstenen stoepen, en drenkplaats ten zuiden. Behouden mestvaalt met bakstenen wand achter de koestal rechts van het boerenhuis. De noordoostelijke erfzijde ziet uit op de straat en is afgezet met een gebogen, bakstenen muur voorzien van twee hekken tussen vierkante bakstenen pijlers. Aan de overzijde van de straat ligt een drenkplaats afgezoomd met knotpopulieren.

Ten noordwesten van het erf: boerenhuis aanleunend bij het langgestrekte type met twee staltraveeën links + zeven traveeën onder doorlopend, licht gebogen zadeldak (nokrichting loodrecht op de straat); het jaartal 1835 is geschilderd op de rechter zijpuntgevel. Verankerde donkere baksteenbouw. Gemarkeerde plint. Getoogde kelderopening met verdiept rechthoekig kozijn voorzien van diefijzers. Rechthoekige muuropeningen onder strekse latei; nagenoeg blind stalvenster. Behouden houtwerk met nauwelijks verdiepte kozijnconstructies. Vier bolkozijnen en twee kloosterkozijnen, met luiken; grosso modo bewaarde kleine roedeverdeling. Twee kozijndeuren, bij de stal deels opengewerkt en voorzien van houten trek. Drie houten dakkapellen (zadeldak) met luik. De rechter zijpuntgevel heeft twee soortgelijke kelderopeningen als de erfgevel, en twee rechthoekige kozijnvenstertjes op de zolderverdieping. De betonnen loods aanleunend bij de linker zijpuntgevel vervangt sinds kort een kleine 19de-eeuwse stal.

Rechts in het verlengde van het boerenhuis: een verankerde bakstenen koestal (nokrichting loodrecht op de straat); jaartal 1892 van geelgeschilderde uitstekende baksteenkoppen in de rechter zijpuntgevel. Getoogde muuropeningen. Dakvenster met luik. De zijpuntgevels zijn voorzien van een rond uilengat.

Ten zuidoosten van het erf: grote dwarsschuur (nokrichting parallel aan het boerenhuis); jaartal 1896 (zie koestal) in de linker zijpuntgevel met bijkomend rondbogig Marianisje in witgekalkte omlijsting. Verankerde baksteenbouw. Twee rechthoekige schuurpoorten. Zijpuntgevels met radvormig uilengat. Recenter aanbouwsel onder lessenaarsdak tegen de erfgevel.

Ten zuidwesten: deels versteend en tot stal omgebouwd wagenhuis (nokrichting loodrecht op het boerenhuis) uit het eerste kwart van de 19de eeuw. Stijl- en regelwerk met lemen vullingen onder meer nog zichtbaar in de erfgevel met afdak op bakstenen pijlers.

Alleenstaand bakhuis vlak achter het boerenhuis.