Dieper in gelegen hoeve met losse, lage bestanddelen onder zadeldaken, grosso modo U-vormig gegroepeerd rondom een deels gebetonneerd erf met vaalt en siertuin. Ten zuidwesten bevinden zich de rest van een boomgaard en een deels met knotpopulieren omzoomde drenkplaats.
Verharde erfoprit; aan de straatzijde bevindt zich een toegangshek, geflankeerd door een knotpopulier links en een Mariakapel rechts. Rechthoekig bakstenen kapelgebouwtje onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, mechanische pannen), uit de tweede helft van de 19de eeuw. Puntgevel met windborden en opschrift "O Maria middelares aller genade B.V.O." Verdiepte rechthoekige kapeldeur, deels beglaasd en voorzien van gestileerd gietijzeren hekje. Witbepleisterd interieur met mijterbooggewelf.
Ten noordwesten van het erf: een boerenhuis aanleunend bij het langgestrekte type met zeven staltraveeën links + zes traveeën rechts onder doorlopend zadeldak (mechanische pannen), in kern opklimmend tot 1802 (zie jaarankers van de deels behouden rechter zijpuntgevel met aandak en muurvlechtingen); echter voorts aangepast in de 20ste eeuw. Verankerde donkere baksteenbouw; bouwnaad links in de rechter zijpuntgevel wijzend op een vernieuwd bakstenen gevelparement voor de erfgevel of op een mogelijke verstening ervan. Aanbouwsel tegen de achtergevel en de linker zijgevel.
Achter het boerenhuis ligt een bakstenen stalvleugel (nok loodrecht op de boerenwoning, Vlaamse pannen) uit de 19de eeuw. Laadzolder.
Ten oosten van het erf: voormalige hopast uit het laatste kwart van de 19de eeuw, heden een stal; behouden gek.
Ten zuidwesten: recentere loods.