Alleenstaand herenhuis tussen lage gietijzeren hekken onder meer als afscheiding van de achterliggende tuin; links, toegang tot gekasseide binnenplaats met voormalige brouwerij en koetsgebouw links ervan.
Nummer 109, voormalige brouwerswoning. Dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen), uit begin 20ste eeuw. Lijstgevel van donkerrode baksteen met gebruik van arduin voor sokkel, lekdrempels en sluitstenen van de licht getoogde muuropeningen. Art-nouveaugetinte faïencetegeltableaus en casementen respectievelijk ter versiering van borstwering en penanten; voorts, bogenfries en overhoekse muizentand onder de houten gootlijst met tandlijst. T-ramen; persiennes op de begane grond. Deels beglaasde paneeldeur met gestileerde gietijzeren hekjes en bovenlicht. Begroende linker zijgevel.
Nummer 111, voormalige brouwerij, naar verluidt daterend van 1900, overgeschakeld op elektriciteit in 1947, en in werking tot 1949. Rechthoekig gebouw van twee bouwlagen onder zadeldak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen); deels ingebouwde fabrieksschoorsteen met vierkante basis overgaand in cirkel (aanpassing van 1947), tussen de achtergevel en de lage haakse aanbouw van de machinekamer. Baksteenbouw met gietijzeren verankering, behalve het onderkelderd rechter gedeelte met bebording. Witbeschilderde voorgevel. Licht getoogde vensters. Rechthoekige poort onder ijzeren I-balk.
Interieur. Twee kelders met bakstenen troggewelven tussen gietijzeren I-balken; dito zuiltje. Rechter gedeelte: bovenverdieping met gietijzeren balk rustend op dito zuil. Verdwenen technische installatie behoudens de koelbak.
Links, aanpalend laag koetsgebouw met graanzolders onder zadeldak (nok loodrecht op de brouwerij, pannen). Witbeschilderde koergevel. Rechthoekige muuropeningen.