Twee identieke eclectische burgerhuizen met neostijlkenmerken daterend van voor WOII. Gebouw van twee traveeën, twee bouwlagen onder een mansardedak deels voorzien van mechanische rode pannen en ondervlak in leien. Parement uit rode baksteen op een arduinen plint. Deurtravee als hoekrisaliet met op het gelijkvloers een portaalloggia gevormd door twee korfbogen op twee zuilen en één pilaster, voorzien van cannelures, basement en kapiteel. De bogen worden omlijst met een geschilderde cementband voorzien van pseudo-sluitstenen. De hoekrisaliet onder schildvormig steekdak met leien. Op de eerste verdieping bevat de raamtravee een korfboogvormig drielicht waarboven de geschilderde cementband een pseudo-speklaag vormt die doorloopt boven het rondboogvormige venster in de deurtravee. De vensters zijn voorzien van een gedeeltelijke omlijsting in geschilderd cement met pseudo consoles, aanzet- en sluitstenen. In de eerste bouwlaag zijn de korfboogvormige vensters voorzien van een gedeeltelijke omlijsting in geschilderd cement met pseudo aanzet- en sluitstenen. Ook verticaal wordt over de twee bouwlagen heen aan de hand van een geschilderde cementlaag een pseudo-hoekketting gevormd. Dakkapel in de raamtravee bekroond met korfboogvormig fronton en voorzien van geschilderde cementbezetting boven en onder segmentboogvormig venster.

Beide huizen zij voorzien van een vernieuwde dakgoot. Nummer 9 met grijs geschilderde cementbanden heeft ook vernieuwd schrijnwerk van ramen en deur zonder behoud van de bovenlichten en de originele roedeverdeling en structuurglas. In nummer 10 met witgeschilderde cementbanden is het origineel schrijnwerk van de ramen bewaard alsook de rondboogvormige paneeldeur met art-deco diefijzer voor het deurraam in structuurglas.