Voormalige pachthoeve van, en gelegen ten zuidwesten van het kasteeldomein 'De Lovie'. Volgens kadastrale gegevens zouden de schuur en de overige hoevegebouwen dateren van respectievelijk 1863 en 1880. De nogal opvallende eclectische bouwtrant (zie de straatgevels) is te situeren in het kader van de landelijke architectuur die ontstond in de tweede helft van de 19de eeuw op initiatief van J. Van Merris, eigenaar van het vermeld domein en de omgevende landerijen. Samen met drie andere voormalige pachthoeven in aansluitende bouwtrant uit de omgeving (Proven, Canonstraat nummer 6, Krombeke, Bankelindeweg nummer 56, en onder meer een hoeve-herberg type afspanning (Krombeekseweg nummer 77), werd deze hoeve opgetrokken mogelijk naar ontwerp van P. Croquison (Kortrijk), die ook de architect was van het kasteel 'De Lovie'.

Losse, lage bestanddelen van baksteen onder pannen zadeldaken, U-vormig gegroepeerd rondom een met grint bedekt erf met trek aansluitend bij een licht verharde oprit tegenover het woonhuis.

Ten noordoosten van het erf: boerenwoning van vijf traveeën met dubbelhuisordonnantie. Donkerrode baksteenbouw. Hoekbanden. Rechthoekige muuropeningen oorspronkelijk opgenomen in vlakke, bakstenen omlijsting doorgetrokken over de penanten, echter nu grosso modo aangepast voornamelijk bij de deur en de twee vensters links. Behouden luiken, voorts vernieuwd houtwerk. Achtergevel: rechts, bewaard opkamervenster met getralied benedenvak, boven twee licht getoogde kelderopeningen met diefijzers. Bakhuis, oorspronkelijk alleenstaand, heden verbonden met de achtergevel door middel van een aanbouwsel.

Ten zuidwesten en noordwesten: respectievelijk de stalvleugel oorspronkelijk paarden-, koeien- én varkensstal, en de dwarsschuur, allebei heden aangepast tot varkensstal. Lange stalgevels met analoge architectonische versieringen als het boerenhuis. Erfgevel van dwarsschuur voorheen van stijl- en regelwerk met bakstenen vullingen, nu met vernieuwd bakstenen gevelparement; aanbouwsels tegen de achter- en rechter zijgevel; bij de stal, een gelede puntgevel verlevendigd met spitsbogige casementen onder een soortgelijke zolderopening met luik. Zelfde kenmerken voor de schuurzijgevel, echter rijker uitgewerkt tot schoudergevel met afwisselend gebruik van rode en gele bakstenen, ruit- en kruismotieven van uitstekende baksteenkoppen, en geblokte omlijstingen.

Ten oosten: een nieuwe lage stal.