Ontsloten site bestaande uit cellen en een executiepaal op de binnenkoer van het stadhuis van Poperinge, met diverse gedenktekens en informatieborden. Het stadhuis ligt langs de Grote Markt 1-4, met een zijgevel uitziend op de Guido Gezellestraat.
Tenminste acht mannen werden op de binnenkoer van het stadhuis van Poperinge geëxecuteerd: Botfield, Simmonds, Poole, Fryer, Stadman, Wall, Morris en Gore. Misschien mogen we daar nog Crampton en Wang Jungzhi aan toevoegen. Ook is het mogelijk dat nog een aantal anderen die begraven werden in Poperinghe New Military Cemetery en misschien ook McFarlane, begraven op Nine Elms Cemetery, hier voor het vuurpeloton verschenen.
Een aantal soldaten werden hier ook gearresteerd en opgesloten in de politiecellen tot ze teruggebracht werden naar hun eenheid om te verschijnen voor een krijgsraad: Byers, Eveleigh, Nelson, Roberts, J. Smith, Hyde, Welsh en Hughes. Duizenden anderen van verschillende nationaliteiten, verbleven hier kort omdat ze zonder toelating op straat waren, dronken, of betrokken in vechtpartijtjes.
Het valt te begrijpen waarom dit stadhuis zo'n notoir oord van executie werd. Heel vroeg in de oorlog, al toen de Fransen de Salient bezetten, was het een wachtkamer van de militairen. Het was centraal gelegen en in de kelder bevonden zich vier nagenoeg nieuwe politiecellen waarvan er twee tot vandaag intact bleven. Men kon er militairen laten wachten op hun uitlevering of proces, of veroordeelden op hun straf. Vanaf 1916 werden de politiecellen ook dodencellen waar ter dood veroordeelden hun laatste nacht doorbrachten. De binnenkoer was volledig afgesloten van de openbare weg en voorkwam dat ongewenste toeschouwers de executies konden zien. De huisbewaarder mevrouw Gerber vertelde niettemin aan voorbijgangers welke vreselijke taferelen zich binnen de muren afspeelden.
Wanneer Assistants Provost Marshall op de hoogte waren van deze faciliteiten, gebruikten zij deze meestal. Ze spraken af met de Town Major om er de straf aan de veroordeelde bekend te maken de avond voor de terechtstelling, om hem dan op te sluiten in één van de cellen tot de dageraad.
De executies werden uitgevoerd tegen de muur van een halfopen kolensliet achteraan de binnenplaats. De muur was bekleed met zandzakjes tegen terugkaatsende kogels. Nu staat er één executiepaal, waaraan de veroordeelden meestal werden vastgemaakt, hetzij staand, hetzij zittend op een stoel.
Bron: WOI Relict (857): Site dodencellen en executiepaal stadhuis (Poperinge - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2005: Stadhuis van Poperinge [online], https://id.erfgoed.net/teksten/391695 (geraadpleegd op ).
1630: de abt van de Sint-Bertinusabdij van Sint-Omaars verleent toelating tot de bouw van een stadhuis.
Circa 1744: het stadsbestuur, tot dan toe vergaderend in de proosdij, betrekt het nieuwe 'Steehuis' gelegen aan de zuidelijke marktzijde ter hoogte van het huidige oorlogsmonument.
1752 en 1761: respectievelijk uitbreidings- en verbouwingswerken aan het 'Steehuis'.
Kort na 1781: de stedelijke diensten verhuizen naar het 'Groot Sint-Jorishof', een in Lodewijk XVI-stijl verbouwde herberg met onder meer een stadswaag en een gevangenis, op de oostelijke marktzijde tussen de Guido Gezelle- en de Ieperstraat.
1793: verkoop van het door de Franse Revolutie als abdijgoed aangeslagen 'Groot Sint-Joris', nu zogenaamd 'Hôtel de la régence'. Het oude stadhuis wordt opnieuw in gebruik genomen.
1840: aankoop door het stadsbestuur van het 'Groot Sint-Joris' waarvan een gedeelte nog als hotel fungeert.
1874: ook het Vredegerecht en de postdiensten worden ondergebracht in het 'Groot Sint-Joris'.
1906: besluit tot het bouwen van een nieuw stadhuis en postkantoor op de plaats van het te slopen 'Groot Sint-Joris'.
1912: voltooiing van het huidige stadhuis.
Neogotisch eenheidsontwerp van architect J. Coomans (Ieper), bestaande uit een stadhuis met slank belfort en postgebouw als pendant; de tussenliggende dienstoprit wordt gemarkeerd door geprofileerde arduinen hekpijlers, naar de binnenkoer met recenter kantoorgebouw van de Technische Dienst. Inmiddels verhuisde postdiensten, en voorziene integratie van het gebouw in de stedelijke administratie, zie de huidige aanpassingswerken.
Stadhuispui met twee bronzen gevelplaten die voorzien zijn van meertalige opschriften respectievelijk 'De gemeente Vaux-sous-Chevremont uit erkentelijkheid aan de Stad Poperinge' en 'Ter herinnering aan 6 september 1944, dag der intrede in Poperinge der eerste Poolsche geblindeerde divisie, vechtend voor uwe vrijheid en de onze'.
Stadhuis op grosso modo rechthoekige plattegrond. Baksteenbouw met parement van natuursteen, onder meer Euvillesteen en arduin (sokkel). Twee bouwlagen boven verhoogde begane grond, onder een complex leien zadeldak (nokrichting loodrecht op de Grote Markt).
Voorgevel. Puntgevel met voorgeplaatste hoge hoektoren links, centrale pui bestaande uit twee gesuperposeerde tweedelige loggia's onder een geajoureerde borstwering bekroond door een leeuw met het stadswapen, en risaliet uitlopend op tuitgevel rechts. Dominerende hoektoren als variante op het middeleeuwse belforttype: vierkantig met overkragende tweede geleding, en overgaand in achtkantige lantaarn ter hoogte van de borstwering met polygonale hoektorentjes; ingesnoerde leien spits. Eerste geleding: onder meer spitsboogvensters met klein balkon voorzien van geajoureerde leuning op met loofwerk versierde console. De bovenste geledingen worden gemarkeerd door spitsbogige casementen met traceerwerk in de top. Loggia's: twee gedrukte spitsbogen onder versierde druiplijst, rustend op figuratief uitgewerkte consoles en centrale zuil met eikebladkapiteel; korfbogige bakstenen kruisgewelven met natuurstenen ribben; versierde trekhaken; steektrappen naar de onderste loggia (pui), met geajoureerde leuning. Rechts risaliet met Brugse travee, zie de zijgevels.
Lange linker zijgevel uitziend op de Guido Gezellestraat. De lijstgevel wordt gemarkeerd door negen Brugse traveeën met rechthoekige (eerste bouwlaag) en spitsbogige kruiskozijnen; bogenfries op de borstwering; doorgetrokken druiplijst. Bekronende geajoureerde borstwering met doorgetrokken postamenten op uitgewerkte consoles, onderbroken door de puntgevels van twee brede dakvensters waartussen een dakkapel met puntgeveltje voorzien van schouderstukken; links, vierzijdig hoektorentje onder ingesnoerde leien spits. Soortgelijke rechter zijgevel met bijkomend middenrisaliet (één travee) aanleunend bij haakse uitbouw (twee traveeën) met korfbogige doorgang naar de binnenplaats; ronde traptoren overgaand in polygonale uitkijk, aan de koerzijde.
Voorts, typerende architectonische versieringen in de trant van de zogenaamde neogotiek van de Sint-Lucasscholen, te zien aan het traceerwerk van kruisvensters en boogvelden; ajourwerk van borstweringen, steektrap- en balkonleuningen; figuratief uitgewerkte consoles, kraagstenen (toren) en keellijsten met loofwerk, mensen- en dierenfiguren; kruisbloem- en/of hogelversiering van de geveltoppen, druiplijsten van loggia's en spitsbogige torenvensters; pinakelvormige bekroning uitlopend op vergulde draak van het belfort.
Aansluitend interieur. Hal: bakstenen kruisribgewelven op pilasters met natuurstenen koolbladkapiteel en sokkel; natuurstenen trap met geajoureerde leuning en trappaal voorzien van bekronende gehurkte leeuw met het stadswapen. Feestzaal op de zolderverdieping: vlakke houten zoldering (vernieuwd) boven schaarbalken met korbelen, rustend op gesuperposeerde consoles, respectievelijk van hout met figuratieve voorstelling (dierenkoppen, mensenhoofden) en van natuursteen (onderaan); witbeschilderde neogotische schouw (natuursteen) met gepolychromeerd houten beeld van de Heilige Walbertus, gesigneerd en gedateerd 'L. Degheus. 1977'.
Voormalig postgebouw en postmeesterswoning, van twee bouwlagen in aansluitende vereenvoudigde bouwtrant, voornamelijk getypeerd door risalietvormende trapgevel links, en verdiepte stenen kozijnen met traceerwerk in het boogveld.
Bron: DELEPIERE A.-M. & HUYS M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Poperinge, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Delepiere A. & Huys M. 1989: Stadhuis van Poperinge [online], https://id.erfgoed.net/teksten/31050 (geraadpleegd op ).