Classicistisch herenhuis gebouwd in 1777 in opdracht van Pierre Jacques Cadock, magistraat te Poperinge (zie ook herenhuis op nummer 5).
Achterliggende tuin met aanpalend dienstgebouw links, waarvan de korte linker zijgevel met de aansluitende tuinmuur rechts, uitzien op de Prof. Dewulfstraat. Er bevindt zich ook een kleine duiventil op gecanneleerde gietijzeren zuil.
Dubbelhuis van zeven traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak (nokrichting parallel aan de straat, leien, pannen) met twee houten dakkapellen. Lijstgevel van gele baksteen onder een geprofileerde kroonlijst. Het markerend deurrisaliet wordt bekroond met een driehoekig fronton waarin de uitgewerkte en daterende cartouche 1777 zichtbaar is. De borstwering met panelen sluit respectievelijk aan bij de druiplijst van de beneden- en de geprofileerde lekdrempel van de bovenvensters. De getoogde muuropeningen hebben een rocaillesluitsteen, onder meer in de vorm van een hoofdje links en rechts op de begane grond. De rondboogdeur bevindt zich in een omlijsting van ingediepte voegen met kwartholbeloop en heeft een uitgewerkte sluitsteen onder meer met hoofd; behouden paneeldeur met accoladebogige tussendorpel en waaier; arduinen bordes. Recentere (eerste kwart van de 20ste eeuw?) kenmerken zijn de natuurstenen plint met smalle rechthoekige kelderopeningen, de arduinen onderdorpels van de benedenvensters en het vensterhoutwerk met neorococo-inslag.
Achtergevel met haakse uitbouw links (twee traveeën, twee bouwlagen) onder een mansardedak. Afschilferende gele beschildering. Getoogde muuropeningen met 19de-eeuws houtwerk. Rechter gedeelte van de achtergevel: vernieuwd parement van witbeschilderde baksteen (heden risaliet). In het midden bevindt zich een aanleunende fraaie veranda op quasi vierkante plattegrond, onder een beglaasde, ijzeren koepel met koperen bekroning, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.
Links situeert zich een schuin aangebouwd dienstgebouw, met onder meer een keuken, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Twee bouwlagen onder schilddak (nokrichting loodrecht op de Prof. Dewulfstraat, leien) met een vorstkam in de vorm van lelies (ceramiek). De eclectische bouwtrant toont zich in de sierbaksteen, de lisenen, de trapgevel van het middenrisaliet, de tandlijst, en de faiencetegeltableaus aan de kant van de Prof. Dewulfstraat.
Het herenhuis heeft een interessant interieur. Twee grosso modo behouden salons bevinden zich op de begane grond aan de straatzijde: in Lodewijk XV-stijl links (zie de witmarmeren schouw tussen twee deels beglaasde muurkasten in aansluitende neostijl, lambrisering, spiegels op de schouw en de vensterpenanten), en in Lodewijk XVI-stijl rechts (zie de stucversiering van de muren, echter recentere marmeren schouw met neorenaissance-inslag). De hal aan de tuinzijde is opgevat in eclectische stijl (eerste kwart van de 20ste eeuw): houtwerk met neorenaissance-inslag (zie lambrisering, omlijsting van muuropeningen en grote spiegel, onder meer versierd met wortelmotief). Anderzijds is er ook een fraai geometrisch uitgewerkt, houten plafond en een lambrisering verlevendigd met faiencetegels (bloemmotief) met art-nouveau-inslag. Uitgewerkte trappaal in neorococostijl. De bij de hal aanleunende veranda heeft een lambrisering en een deels behouden gekleurde beglazing in lood in de bovenlichten. Op de bovenverdieping situeert zich een overloop in art decostijl (zie lambriseerwerk en spiegel tussen twee deuren onder ovale nis achter uitgewerkte houten tracering), en een kamer met deels behouden stucversiering (onder meer verguld) in Lodewijk XVI-stijl.
- TILLIE W. 1975: Historische gevels en gebouwen. Monumentenjaar 1975, Poperinge, 46.