Hoeve gelegen aan de westelijke straatzijde die voorts bebouwd is met rijhuizen uit het tweede kwart van de 20ste eeuw. De site is vooral interessant wegens het behoud van een aantal typologische elementen, in het bijzonder bij het boerenhuis.
Laag boerenhuis van het langgestrekte type en voormalige hopast, allebei onder een pannen zadeldak, respectievelijk gelegen ten noorden en zuiden van een deels verhard erf. Voor de opkamer van het boerenhuis staat een notelaar ter beschaduwing van de kelder. Een siertuintje nam de plaats in van de voormalige vaalt. De stoep voor het boerenhuis, oorspronkelijk van baksteen, werd vernieuwd. Boomgaard en moestuin bevinden zich achter de hopast. De open westelijke erfzijde sluit aan bij een grote weide deels afgezoomd met populieren. De oostelijke erfzijde wordt begrensd door een muur die uitziet op de straat. Deze vervangt de grote dwarsschuur (nokrichting parallel aan de straat) in stijl- en regelwerk met horizontale plankenbeschieting (gepotdekseld) boven bakstenen voeting, uit het eerste kwart van de 19de eeuw (?). Deze dwarsschuur brandde af in april 1981. Een kelder met bakstenen tongewelf bevond zich onder de schuurbevloering.
Ten noorden: boerenhuis met een dwarsschuurtravee links + een staltravee + vier traveeën + twee opkamertraveeën rechts, onder gebogen doorlopend zadeldak (nokrichting loodrecht op de straat, mechanische pannen) met overstekende dakrand op houten modillons. Het jaartal 1780 staat op de deurtussendorpel. Verankerde rode baksteenbouw. Rechthoekige kelderopening onder de opkamer: kozijn met diefijzers. Interessante raam- en deurkozijnen licht verdiept in getoogde omlijsting met strekse bovendorpel. Houten kloosterkozijnen met schuifraam, kleine roedeverdeling en beluikt benedenvak; onder meer gegraveerde jaartallen 1889 en 1893 in de vensterbeglazing. Mooie kozijndeur voorzien van houten, accoladebogige tussendorpel met uitgesneden jaartal 1780; tweedelig bovenlicht met kleine roedeverdeling. Links, een kloosterkozijn gekoppeld aan een lage deur; volgens bouwnaad erboven vermoedelijk later aangepast. Het linker gevelgedeelte is verborgen achter een recent laag aanbouwsel. Rechthoekige staldeur met kozijn. Rechthoekige schuurpoort met makelaar en deurtje ('reket') in een poorthelft. Achtergevel: kozijndeuren en kleinere kozijnvensters. Links, haaks aanleunend bakhuis. Rechter zijpuntgevel: sporen van muurvlechtingen en recenter nisje.
Interieur: vermoedelijk grosso modo behouden indeling van het boerenhuis met respectievelijk van west naar oost: de 'beste kamer' waarachter twee kleine slaapvertrekken; de leefkamer waarachter de keuken met toegang tot zolder en kelder; de opkamer boven de vlak overzolderde kelder, met achterliggend melkhuis op de begane grond. Voorts, houten schoorsteenmantels met gelede tablet, in de drie voornaamste kamers; schoorsteenboezem met behouden leeuwentegels in de opkamer. Interessant deurhoutwerk, zie de deurkrukken en het sluitwerk met lederen riempje; ook een houten tochtscherm tegen de voordeur. Stal: natuurstenen afscheidingen tussen de standplaatsen van de koeien. Dwarsschuurtje: schaargebint van drie traveeën.
Ten zuiden: versteende voormalige hopast met wagenhuisgedeelte links (heden dichtgemetseld) onder overstekend zadeldak (nokrichting parallel aan het boerenhuis, Vlaamse pannen) met gek - een zwavelschoorsteen voorzien van windvang 'kapuute' -, uit de eerste helft van de 19de eeuw. Resten van stijl- en regelwerk met horizontale plankenbeschieting. Aangepast interieur. Lage varkensstallen onder aanleunend lessenaarsdak, tegen de achtergevel en de linker zijgevel. Voorts, recentere aanbouwsels.