Hoeve met lage, losse bestanddelen onder overstekende zadeldaken voorzien van ijzeren bliksemafleiders met hartvormige bevestiging, grosso modo U-vormig gegroepeerd rondom een licht verhard erf; vaalt voor het stalgedeelte van het boerenhuis aanleunend bij het langgestrekte type. Begrinte erfoprit; bakstenen hopast onder zadeldak (Vlaamse pannen), uit de 20ste eeuw. Omzomende doornhaag afwisselend met knotwilgen, knotpopulieren, en vlieren.
Ten noordwesten van het erf, boerenhuis van twee staltraveeën links + zes traveeën onder doorlopend zadeldak (Vlaamse pannen), volgens bewoner jaartal 1887 aangegeven door middel van gele bakstenen in de later gecementeerde linker zijgevel. Verankerde donkerrode baksteenbouw met afwisselend gebruik van gele bakstenen voor de strekse lateien van de licht getoogde muuropeningen; arduinen onderdorpels. Rechthoekige kleine kelderopening met afgeronde bovenhoeken, onder het venster rechts. Vernieuwd houtwerk. Klimmend laadluik boven de staldeur. Achtergevel: behouden houtwerk voor de muuropeningen. Haaks aanleunend bakhuis; rechthoekige kozijnen. Links, lager aanbouwsel (20ste eeuw).
Ten noordoosten, dwarsschuur onder zadeldak (nok loodrecht op het boerenhuis, mechanische pannen, golfplaten) met overstekende dakrand op houten modillons; oude kern uit de eerste helft van de 19de eeuw (?). Ordonnantie: wagenhuis + dorsvloer-tas; later aangebouwde stal van baksteen rechts. Deels versteend en deels door middel van golfplatenbeschieting verstevigd stijl- en regelwerk met lemen vullingen op bakstenen voeting.
Ten zuidoosten, voormalige kleine hopast (nok loodrecht op het boerenhuis, mechanische pannen) van verankerde baksteen, uit het vierde kwart van de 19de eeuw. Erfgevel met vernieuwd parement.