Hoeve met losse, lage bestanddelen van baksteen onder pannen zadeldaken, rondom een deels verhard erf met mestvaalt vóór het boerenhuis aanleunend bij het langgestrekte type. Een brede stoep respectievelijk van kasseien vóór de stalvleugel en van baksteen vóór het woongedeelte, sluit aan bij het bakstenen pad rondom de mestvaalt. Ten noordoosten ligt een drenkplaats afgezoomd met knotpopulieren. Geasfalteerde oprit met kapel aan de straat. Rechthoekige wegkapel van baksteen onder zadeldak (blauwe mechanische pannen), uit de jaren 1920. Spitsbogig puntgeveltje met hoge schouderstukken; ijzeren kruisbekroning. Rechthoekige, deels beglaasde kapeldeur onder een ijzeren I-balk met rozetvormige bevestigingsbouten, verdiept in spitsboogomlijsting. Gecementeerd boogveld met inscriptie: 'Allerheiligste H. Hart van Jezus ontfermt U onzer. H. Maria Middelares aller gratiën bid voor ons.' Witbepleisterd interieur met spitstongewelf.
Ten noordwesten van het erf: boerenhuis van vijf staltraveeën links + enkelhuisopstand van zes traveeën onder gebogen doorlopend zadeldak (nokrichting loodrecht op de straat, mechanische pannen). Het jaartal 1830 is aangegeven door middel van gele bakstenen opgenomen in het metselverband van de linker zijgevel. Verankerde donkerrode baksteenbouw. Woongedeelte met rechthoekige vensters onder strekse latei, onder meer blind ter hoogte van de vierde travee. Behouden houten kruiskozijnen, echter nieuwe luiken van plastiek. Recenter deurhoutwerk. De stal heeft een getoogde deur en venstertjes onder beschilderde strekse latei, behoudens de verlaagde rechthoekige kozijndeur onder rollaag van de paardenstal rechts. Achtergevel met vier opkamertraveeën links + vier traveeën + twee staltraveeën rechts; laatstgenoemde haaks aansluitend bij lager stalgebouwtje. Dichtgemetselde kelderopeningen onder de opkamer. Licht getoogde muuropeningen met uitzondering van de rechthoekige opkamervensters; nieuwe onderdorpels van arduin; vernieuwd houtwerk. De zijpuntgevels zijn afgelijnd met muurvlechtingen. De linker zijpuntgevel heeft twee dichtgemetselde staldeuren met een behouden strekse latei van gele baksteen, korfbogig laadluik op de zolderverdieping, en rond uilengat in de top. De rechter zijpuntgevel heeft een rechthoekig zoldervenster met houten kozijn voorzien van kleine roedeverdeling, en een recent laag aanbouwsel.
Ten zuidwesten: bakstenen stalvleugel onder overstekend zadeldak (nokrichting loodrecht op het boerenhuis, Vlaamse pannen) met laadluik, uit het laatste kwart van de 19de eeuw-eerste kwart van de 20ste eeuw.
Ten oosten en enigszins afgezonderd van de overige gebouwen bevindt zich een lange hopast van verankerde baksteen onder zadeldak (nokrichting parallel aan het boerenhuis, Vlaamse pannen) met klimmend laadluik, uit het laatste kwart van de 19de eeuw-eerste kwart van de 20ste eeuw. Erin opgenomen bakhuis rechts, te zien aan de lagere bakoven tegen de rechter zijgevel. Fungeert heden als stal, doch naar verluidt oorspronkelijk uitgerust met twee stookplaatsen elk met afzonderlijke trechter aansluitend bij de droogvloer op zolderhoogte.
Ten noorden: nieuwe loods.