In landelijk gebied gelegen, alleenstaande hoeve van vijf traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen), opklimmend tot het vierde kwart van de 18de eeuw tot eerste helft van de 19de eeuw (niet ingetekend op de Ferrariskaart, wel vermeld bij Vandermaelen).

Verankerde baksteenbouw met gebruik van gesinterde steen voor de ontlastingsbogen. Deels beluikte getoogde vensters met arduinen tussendorpels, zandstenen hoekblokken. Tweede travee met rechthoekig luik onder zandstenen latei, eerste travee met rechthoekige poort onder houten latei. Zuidelijke zijpuntgevel met steekboogluiken in een beschilderde omlijsting.

Interieur met bewaarde rode tegelvloer, moos en licht aangepaste haard; opkamer en gewelfde kelder in de noordoostelijke hoektravee.

Ten westen waterput (1925) en merkwaardig, haaks bakhuis met varkenshok en sanitair, op het kadaster vermeld vanaf 1900 en gerestaureerd in 1972; spitsbogige en rechthoekige muuropeningen.