Pastorie van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, met voorgevel die uitziet op het graspleintje ten oosten van de kerk. Rechts bevindt zich een hoge tuinmuur bekroond met een hek tussen postamenten. Hierin staat een garagepoort rechts ter hoogte van de voormalige arbeiderswoning op de hoek bij de straat, te zien aan de twee getoogde blinde vensters met behouden duimen in de straatgevel. Een aansluitende lagere tuinmuur situeert zich aan de straatzijde, geritmeerd door zeven rechthoekige casementen en een rechthoekig tuinpoortje.

Vermoedelijk gaat het om een oorspronkelijk naar het zuiden georiënteerde pastorie van één bouwlaag onder geknikt zadeldak, uit het derde kwart van de 18de eeuw (zie verder). In 1880 werd deze verhoogd met één bouwlaag, en volgde mogelijk ook een verbreding van de westelijke zijgevel met twee traveeën rechts in een aansluitende bouwtrant.

De huidige pastorie op L-vormige plattegrond bestaat uit een westelijke hoofdvleugel van 1880 met links, een deels ingebouwde haakse achtervleugel (oosten) waarvan de eerste bouwlaag dateert uit het derde kwart van de 18de eeuw. Herstellingswerken vonden plaats in 1898.

Hoofdvleugel. Dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak met pannen (nokrichting parallel aan het plein). Rode baksteenbouw met gebruik van gele baksteen voor de lage sokkel en de architectonische versieringen. Horizontale bouwnaad boven de drie iets bredere muuropeningen links op de begane grond, overgaand in een verticale bouwnaad op de benedenpenant tussen de derde en vierde travee (zie oude kern uit het derde kwart van de 18de eeuw). De lijstgevel wordt geritmeerd door getoogde muuropeningen in een vlakke omlijsting van gele baksteen met gekorniste druiplijst doorlopend over de penanten en verbindend cordon; anderzijds is er een verticale gevelgeleding door middel van hoekbanden. Recenter rondboognisje boven de deur. Houtwerk uit de 19de eeuw. Deur met accoladebogige tussendorpel (20ste eeuw ?) en tweedelig bovenlicht getralied aan de binnenzijde; nieuwe luifel. Sobere achtergevel van rode baksteen.

Rechts, een deels ingebouwde haakse achtervleugel: tuingevel van twee traveeën + twee opkamertraveeën rechts en twee bouwlagen onder doorlopend zadeldak (pannen), respectievelijk uit het derde kwart van de 18de eeuw (eerste bouwlaag) en van 1880 (tweede bouwlaag), zie ook de bouwnaad op de borstwering. Witbeschilderde begane grond met aanleunende veranda uit de 20ste eeuw. Getoogde muuropeningen, onder meer twee kruisramen links (laat-18de-eeuws houtwerk ?); opkamerdeur (derde travee) voorzien van een steektrap met gietijzeren leuning (laatste kwart van de 19de eeuw). Kleinere rechthoekige bovenvensters. Rechter zijgevel: onderbouw van oudere bakstenen met aflijnende muurvlechtingen, verwijzend naar de kern uit het derde kwart van de 18de eeuw van één bouwlaag onder geknikt zadeldak.

Merkwaardig interieur, tevens relevant voor de bouwgeschiedenis van de pastorie, zie de behouden binnenhuisinrichting uit het derde kwart van de 18de eeuw in Lodewijk XV-stijl van het oudste gedeelte: witbepleisterde schouwversieringen van op- en binnenkamer, deuren onder meer twee met uitgewerkt deurstuk (stuc) in de binnenkamer met versierd stucplafond, waar ook een fraaie muurkast met rocaillemotieven staat. Een schouw met stucversiering uit de late 18de eeuw bevindt zich in de kamer aan de voorzijde.