De Concert Hall, een voormalig hopmagazijn uit de 19de eeuw, is gelegen langs de Pottestraat 5-7 en bevindt zich aan de achterkant van het Talbot House (Gasthuisstraat 43).

Historische achtergrond

Het ruime hopmagazijn dat uitgeeft op de tuin van Talbot House hoorde voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog bij Talbot House zelf.

Op 3 december 1916 werd het door Tubby (Philip Clayton) van het Talbot House ingepalmd. In de eerste plaats werden er misvieringen georganiseerd omdat de zolderkapel steeds vaker te klein bleek.

De eerste verdieping van het hoppemagazijn werd door het 8ste Legerkorps ingenieus omgebouwd tot een Concert Hall. Er werd een artistiek directeur aangesteld, en er was een vast huisorkest. Avond na avond werd een grote verscheidenheid aan activiteiten op het getouw gezet.

Toen Talbot House in 1917 het toppunt van zijn succes bereikte, werd dit gebouw zowat de draaischijf van een grote waaier aan activiteiten: lessenreeksen, lezingen, film, schaaktornooien, concerten, debatten, cabaret, feestjes voor de Poperingse kinderen, enz. Er traden komedianten, voordrachtkunstenaars en goochelaars op. Er was een huisorkest en een eigen toneelgroep, geleid door een 'artistiek directeur'.

Talbot House met zijn Concert Hall groeide uit tot één van de belangrijkste instellingen van het Britse Leger, en bleef open tot in de lente van 1918, toen het Duits offensief Poperinge binnen de oorlogszone bracht.

Toen Talbot House door majoor P. Slessor gekocht werd in 1929 hoorde het hopmagazijn er niet meer bij, want dat werd eerder afzonderlijk verkocht.

In 1996 echter kreeg de vzw Talbot House de kans om het ondertussen verwaarloosde industrieel gebouw aan te kopen en zo de originele eenheid te herstellen met het Huis. In 1998 werd het magazijn als monument beschermd. De plannen voor de restauratie en de herinrichting werden in 2003-2004 uitgevoerd. Op 15 mei 2004 werd de Concert Hall plechtig heropend door Harry Patch, 106 jaar oud, en bezoeker aan Talbot House en de Concert Hall tijdens de Eerste Wereldoorlog. Voortaan fungeert de benedenverdieping van het voormalige hopmagazijn als inkom, met een tentoonstelling waarin de site wordt geduid. Op de eerste verdieping wordt de film van de 'Happy Hoppers' geprojecteerd.

Beschrijving

Grosso modo L-vormig gebouw: haaks linker gedeelte met de ast, van één travee en twee en een halve bouwlaag onder schilddak (nok loodrecht op de straat, pannen) met rechter gedeelte van twee bouwlagen onder onderbroken zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen), met respectievelijk van links naar rechts: stapel- en weeggebouw van vier traveeën en lagere bijbouw van twee traveeën. Verankerde baksteenbouw. Lijstgevel, links okergeel - en rechts witgeschilderd; stapel- en weeggedeelte, op de bovenverdieping gemarkeerd door twee centrale lisenen overkragend op de borstwering, en afgelijnd met overhoekse en dubbele muizentand. Getoogde en rechthoekige vensters onder meer laadvenster (tweede bouwlaag) onder ijzeren I-balk waarboven houten luifel; ook soortgelijk dakvenster met houten windas. Halfrond venster op de halve bouwlaag. Links, rechthoekige poort onder twee gesuperposeerde ijzeren I-balken, waarvan de bovenste met rozetvormige bevestigingsbouten. In het midden, twee deels dichtgemetselde korfboogpoorten. Voorts, sporen van dichtgemetselde muuropeningen.

Locatie

De Concert Hall is gelegen langs de Pottestraat 5-7 en bevindt zich aan de achterkant van het Talbot House (Gasthuisstraat 43).

Historische achtergrond

Het ruime hopmagazijn dat uitgeeft op de tuin van Talbot House hoorde voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog bij Talbot House zelf.

Op 3 december 1916 werd het door Tubby (Philip Clayton) van het Talbot House ingepalmd. In de eerste plaats werden er misvieringen georganiseerd omdat de zolderkapel steeds vaker te klein bleek.

De eerste verdieping van het hoppemagazijn werd door het 8ste Legerkorps ingenieus omgebouwd tot een Concert Hall. Er werd een artistiek directeur aangesteld, en er was een vast huisorkest. Avond na avond werd een grote verscheidenheid aan activiteiten op het getouw gezet.

Toen Talbot House in 1917 het toppunt van zijn succes bereikte, werd dit gebouw zowat de draaischijf van een grote waaier aan activiteiten: lessenreeksen, lezingen, film, schaaktornooien, concerten, debatten, cabaret, feestjes voor de Poperingse kinderen, enz. Er traden komedianten, voordrachtkunstenaars en goochelaars op. Er was een huisorkest en een eigen toneelgroep, geleid door een 'artistiek directeur'.

Talbot House met zijn Concert Hall groeide uit tot één van de belangrijkste instellingen van het Britse Leger, en bleef open tot in de lente van 1918, toen het Duits offensief Poperinge binnen de oorlogszone bracht.

Toen Talbot House door majoor P. Slessor gekocht werd in 1929 hoorde het hopmagazijn er niet meer bij, want dat werd eerder afzonderlijk verkocht.

In 1996 echter kreeg de vzw Talbot House de kans om het ondertussen verwaarloosde industrieel gebouw aan te kopen en zo de originele eenheid te herstellen met het Huis. In 1998 werd het magazijn als monument beschermd. De plannen voor de restauratie en de herinrichting werden in 2003-2004 uitgevoerd. Op 15 mei 2004 werd de Concert Hall plechtig heropend door Harry Patch, 106 jaar oud, en bezoeker aan Talbot House en de Concert Hall tijdens de Eerste Wereldoorlog. Voortaan fungeert de benedenverdieping van het voormalige hopmagazijn als inkom, met een tentoonstelling waarin de site wordt geduid. Op de eerste verdieping wordt de film van de 'Happy Hoppers' geprojecteerd.

Beschrijving

De 'Concert Hall' is een voormalig hoppemagazijn en is een onderdeel van 'Talbot House'. Op het gelijkvloers bevinden zich de receptie en een tentoonstelling over Poperinge in de Eerste Wereldoorlog, met foto's en film, objecten en documenten. Op de eerste verdieping, onder het dak, is er de filmvoorstelling van een Concert Party door de 'Happy Hoppers'.

• Talbot House [online] http://www.talbothouse.be (geraadpleegd op 23 mei 2005).

Gasthuisstraat 47 en Pottestraat nummer 5-7: voormalig hopmagazijn uit de 19de eeuw, heden garage. Grosso modo L-vormig gebouw: haaks linker gedeelte met de ast, van één travee en twee en een halve bouwlaag onder schilddak (nok loodrecht op de straat, pannen) + rechter gedeelte van twee bouwlagen onder onderbroken zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen), met respectievelijk van links naar rechts: stapel- en weeggebouw van vier traveeën en lagere bijbouw van twee traveeën. Verankerde baksteenbouw. Lijstgevel, links okergeel - en rechts witgeschilderd; stapel- en weeggedeelte, op de bovenverdieping gemarkeerd door twee centrale lisenen overkragend op de borstwering, en afgelijnd met overhoekse en dubbele muizentand. Getoogde en rechthoekige vensters onder meer laadvenster (tweede bouwlaag) onder ijzeren I-balk waarboven houten luifel; ook soortgelijk dakvenster met houten windas. Halfrond venster op de halve bouwlaag. Links, rechthoekige poort onder twee gesuperposeerde ijzeren I-balken, waarvan de bovenste met rozetvormige bevestigingsbouten. In het midden, twee deels dichtgemetselde korfboogpoorten. Voorts, sporen van dichtgemetselde muuropeningen.