De beplante kapelhof van Onsherensboompje bevindt zich op een moeilijk te vinden locatie. Op het einde van een voetwegel die begint bij de Provenseweg en eindigt in de buurt van twee kleinere boerderijtjes, ligt de beplante kapelhof van de veldkapel Onze-Lieve-Heertjesbos, één van de weinige sites met fetisjbeplanting in Vlaanderen. De beplanting omhelst opgaande bomen zoals populier, linde en haagbeuk en een meidoornhaag. In een publicatie (Giraldo 1989) waarin de situatie van 1986-1988 wordt beschreven staat een inventarisatie van de op de site aangetroffen attributen: hemden, onderlijfjes, zijden en wollen halsdoeken, handdoeken, zakdoeken, kindermutsjes, kousen, slabbetjes, dassen, watten, lintjes, koortjes, haarklissen, fopspenen, schoentjes, pantoffels, armbanden, rozenkransen, alles samen verscheidenen honderden exemplaren. Vroeger kon men geregeld een korset zien hangen. Rond de boomstammen werden draden gespannen, waaraan eveneens lintjes en flarden werden vastgeknoopt; hetzelfde gebeurde aan de draden die door de haag liepen of gewoon aan de takken van de haag. Sommige bedevaarders bevestigden hun offers met een wasknijper. Geregeld vonden de kapelbewakers attributen aan de grille in de kapel gebonden die dan stante pede werden los geknoopt en naar de haag werden overgebracht. Tijdens de inventarisatie van 2006 werd vastgesteld dat de attributen enkel nog werden opgehangen in de meidoornhaag.
- GIRALDO W. 1989: Volksdevotie In West-Vlaanderen, Brugge.