Vroeger 'Chalet Schabaillie' genoemd naar de bouwheer en voormalige bewoner, steenbakker A. Schabaillie. Herenhuis met een toren die het geheel het uitzicht van een kasteeltje geeft. Het pand staat middenin een nog deels beboomde tuin met L-vormige koets- en stalvleugel ten noorden waarvan de voorgevel uitziet op de straat. Een tuinpaviljoen leunt aan tegen de tuinmuur ten noordoosten. Aan de straatzijde bevindt zich een lage tuinmuur met hek tussen postamenten rechts van de geasfalteerde oprit. Het geheel werd later opgesplitst: de voormalige koets- en stalvleugel fungeert heden als magazijn, een gedeelte van de tuin aan de straatzijde werd verkaveld en omvat lage nieuwe bouw.
De eclectische bouwtrant wordt onder meer getypeerd door het decoratief gebruik van gele en geelbeschilderde bakstenen en refereert naar lokale soortgelijke 'kasteeltjes' uit dezelfde periode.
Herenwoning op rechthoekige plattegrond. Dubbelhuis van twee traveeën + centraal toren- én ingangsrisaliet van één travee + een brede travee uitlopend op een dakvenster met puntgevel, en twee bouwlagen onder een afgeplat schilddak met ijzeren vorstkam onder meer versierd met lelies, kleine dakkapellen, en hoge schoorstenen. Een jaarsteen 1900 is ingewerkt in de puntgevel. Rode baksteenbouw met gebruik van gele bakstenen voor horizontale gevelbanden, hoekstenen, aflijnend paneelwerk, en strekse lateien van de tudor- en rondbogige muuropeningen. Een houten loggia situeert zich rechts op de bel-etage. Toren met drie geledingen onder een afgeknot piramidaal dak met lantaarn onder leien spits. De overige gevels hebben een analoog parement. Aan de achtergevelzijde links bevindt zich een deels aanleunende lage bijbouw (keuken) onder schilddak (nokrichting loodrecht op het woonhuis, mechanische pannen), in aansluitende bouwtrant; serre tegen de tuingevel.
L-vormige koets- en stalvleugel van anderhalve bouwlaag onder zadeldak met mechanische pannen. De markante hoektoren met leien spits wordt bekroond met ijzeren versiering, verwijzend naar de vorstkam van het herenhuis. De inscriptie 'Anno 1914' is opgenomen in het gecementeerd casement van het dakvenster. Analoge baksteenarchitectuur; bijkomende siermotieven van gele baksteen, onder meer Andrieskruisen. De straatgevel is een variante op de traditionele kapelgevel: de trapgevel met Brugse travee, en de centrale getoogde koetspoort waarboven een rondboogvenster bekroond met kruis van gele baksteen.
Het tuinpaviljoen tegen de noordoostelijke tuinmuur is een variante op het middeleeuwse duiventorentype. Achtkantig laag gebouwtje onder licht ingesnoerde spits (leien) met houten dakkapellen. Aansluitende bouwtrant.