Hoeve met losse, lage bestanddelen, opgesteld rondom een verhard erf, met bakstenen stoepen in visgraatverband met ruitmotief vóór het boerenhuis, ten noordwesten toegankelijk via een begrinte erfoprit aan straatzijde afgesloten door een hek.
Links ervan bevindt zich een kapelletje: rechthoekig gebouwtje van een travee onder zadeldak (mechanische pannen). Vernieuwd gevelparement. Getoogde getraliede kapeldeur met, heden verdwenen, opschrift: 'Komt allen die hier voorbij gaat zowel te paard als te voet en leest voor Maria een Wees Gegroet'.
Resten van een boomgaard situeren zich ten westen. Moes- en siertuin bevinden zich vóór het boerenhuis; een vaalt ten westen, achter de stalvleugel.
Ten noordwesten: boerenhuis aanleunend bij het langgestrekte type als gevolg van normale uitbreidingen, te zien aan de bouwnaad tussen de tweede en derde travee links in het woongedeelte. Stalgedeelte links van drie traveeën + een woongedeelte van zeven traveeën en een recent 20ste-eeuws aanbouwsel onder doorlopend zadeldak (nokrichting parallel aan de straat, mechanische pannen) met overstekende dakrand op houten modillons; twee klimmende dakvensters. In het oudste woongedeelte (vijf traveeën) bevindt zich een trapezoïdale sluitsteen met opschrift '1801 + D.L. + IX.' boven de deur; plint van Atrechtse zandsteen, gemarkeerd door middel van een bakstenen cordon. Rode baksteenbouw, gebruik van gele baksteen voor afzaten van rechthoekige vensters in oudste gedeelte, alwaar behouden houtwerk: bol- en kloosterkozijnen met schuiframen, kleine roedeverdeling en luiken; kozijndeur met accoladeboogvormige tussendorpel en gedeeld bovenlicht. Voorts, getoogde muuropeningen; beluikte schuiframen. Analoge achtergevel met drie opkamertraveeën links, waaronder drie getoogde kelderopeningen, onder meer één gedicht. Bakhuis en zomerkeuken, uit de 19de eeuw, zijn haaks tegen de travee links aangebouwd.
Rechts, aanbouwsel onder lessenaarsdak; het jaartal 1760 is in kerfsneetechniek aangebracht op de hergebruikte houten deurlatei.
Ten noordwesten: stalvleugel onder pannen, kort overstekend zadeldak (nokrichting loodrecht op het huis), uit het laatste kwart van de 19de eeuw.
Ten zuiden: dwarsschuur met stalgedeelte onder overstekend zadeldak (nokrichting loodrecht op het huis, Vlaamse pannen) op houten modillons. Binnenin is 1807 het oudste jaartal in kerfsneetechniek. Stijl- en regelwerk met horizontale, gepotdekselde plankenbeschieting boven een hoge bakstenen voeting.
Ten oosten: voormalige ast uit het laatste kwart van de 19de eeuw, heden een stal.
