Dieper in gelegen hoeve met losse, lage bestanddelen opgesteld rondom een geasfalteerd erf, toegankelijk via een dito erfoprit. Een sier- en moestuintje bevinden zich respectievelijk voor en achter het boerenhuis; populieren en boomgaard ten zuiden van het erf. Ten zuidwesten ligt een drenkplaats afgezet met knotwilgen en -populieren.
Ten noorden: boerenhuis van het langgestrekte type bestaande uit een stalgedeelte van drie traveeën links en een woongedeelte van vijf traveeën + twee opkamertraveeën rechts, onder kort overstekend zadeldak (mechanische pannen) met klimmende dakkapel. Kern uit de tweede helft van de 19de eeuw; echter vernieuwd gevelparement van 1901, te zien aan het jaartal gegrift in baksteen boven de deur. Verankerde rode baksteenbouw. Getoogde muuropeningen, onder meer twee kelderopeningen. Luiken. Analoge achtergevel. De rechter zijgevel is voorzien van een natuurstenen gevelsteen met onleesbare tekst. Recent laag aanbouwsel.
Ten westen: stalvleugel onder overstekend zadeldak (nokrichting loodrecht op het huis, Vlaamse pannen), uit de tweede helft van de 19de eeuw. Rode baksteenbouw.
Ten zuidwesten: schuur met wagenhuisgedeelte rechts, onder kort overstekend zadeldak (nokrichting parallel aan het huis, golfplaten); kern uit de tweede helft van de 19de eeuw, echter heden sterk ingebouwd. De linker zijgevel is voorzien van een rond uilengat.
Ten noordwesten: tot stal aangepaste hopast onder onderbroken, kort overstekend zadeldak (nokrichting parallel aan het huis, golfplaten + Vlaamse pannen), met gek.
Bakhuisje achter het boerenhuis.