is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Blasius
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Parochiekerk Sint-Blasius
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Blasius
Deze vaststelling was geldig van tot
Georiënteerd bedehuis te midden van een omringend kerkhof, dat deels afgezet is met een hek, deels met een cementen afsluiting. De Heilige Blasius werd de patroonheilige van deze kerk. Dit gebeurde naar aanleiding van de overbrenging van zijn relikwieën uit het Heilig Land door de kruisvaarder Lambertus van Krombeke.
Oorspronkelijk was dit een romaanse kerk (1134), te zien aan de hergebruikte ijzerzandsteen, waarschijnlijk ter vervanging van een romaanse kapel. Heden is het een laatgotische hallenkerk: het oostelijk gedeelte dateert uit het begin van de 15de eeuw; de kruisingstoren uit de 16de eeuw.
Tijdens de beeldenstorm werd het bedehuis gedeeltelijk vernield, nadien hersteld. Restauratie van de kerk volgde in 1731, zie het jaartal op de torenhaan. Zuidelijke sacristie naar ontwerp van architect P. Croquison (Kortrijk) van 1874. Volledig hersteld in 1971-1977 naar ontwerp van architect S. Dejaegere uit Marke.
Verankerde gele baksteenbouw. Hergebruikte ijzerzandsteen in de onderbouw van de westelijke gevel, van de zuidelijke zijbeuk en het zuidelijk transept, en van de noordelijke zijbeuk, noordelijk transept en gedeeltelijk van noordelijk koor. Afdekking door middel van leien zadeldaken.
De plattegrond ontvouwt: een midden- en twee zijbeuken van drie traveeën; een transept met licht uitspringende transeptarmen van één travee; een hoofdkoor van een brede rechte travee + één rechte travee en een driezijdige sluiting; twee zijkoren van een brede rechte travee en een vlakke sluiting; een kruisingstoren; een zuidelijke en een noordelijke sacristie, laatstgenoemde opgenomen in het noordelijke zijkoor.
Drie westelijke tuitgevels met topstukken, aandaken en muurvlechtingen, onderling gescheiden door steunberen met versnijdingen. Omlopende sokkel. Brede geprofileerde spitsbogige vierlichten, onder meer een centraal venster met vernieuwde traceringen, op doorlopende afzaat en onder een druiplijstje met gestrekte uiteinden. Centraal, een geprofileerd tudorboogportaal onder een druiplijstje; jaartallen 1726-1971 op de deurmakelaar, wijzen op de herstelling van de van 1726 daterende ingangspoort, in 1971.
Zijbeuken op omlopende sokkel; aflijnende kroonlijst met hielojief profiel. Steunberen met versnijdingen en spitsbogig casement ter hoogte van de spitsbogige drielichten met laatgotisch visblaasmotief op doorlopende afzaat; aflijnend druiplijstje. Dichtgemetseld uitvaartdeurtje in een uitgelengde rondboogomlijsting ter hoogte van de eerste travee van de noordelijke zijbeuk. Tegen de eerste travee van de zuidelijke gevel bevindt zich een 'Calvarie onder luifel' met volgend opschrift: "O gij allen die hier nu staet of voorbij gaet aanzie of er pijne zoo fel is als de mijne".
Transepttuitgevels op een omlopende sokkel. Overhoekse steunberen onder meer met pinakelbekroning op de westelijke zijde; spitsbogige vierlichten met laatgotisch visblaasmotief op doorlopende afzaat, druiplijstje met gestrekte uiteinden.
Lagere koorpartij. Omlopende sokkel. Traveeën onderling gescheiden door steunberen met versnijdingen onder meer met spitsbogige casementen in de rechte traveeën van beide zijkoren, met pinakelbekroning op de zuidoostelijke en noordoostelijke hoek van de zijkoren. Spitsbogige tweelichten op doorlopende afzaat, onder meer onder een druiplijstje met gestrekte uiteinden in het noordelijke zijkoor. In laatstgenoemde twee rechthoekige vensters in accoladeboogomlijsting met halfbolbeloop, waartussen zich een lage steunbeer bevindt.
Achtzijdige kruisingstoren met leienbeschieting onder ingesnoerde naaldspits (leien).
Zuidelijke sacristie uit het laatste kwart van de 19de eeuw, in een aansluitende bouwtrant.
Witbeschilderde hallenkerk geritmeerd door spitsboogvormige scheibogen op zuilen met achtzijdige sokkel en kapiteel; kruisingspijlers met halfronde zuilen. Afdekking voor schip, transept, koren en kruising: bepleisterd houten spitstongewelf met bepleisterde kruisribben. Noordelijke sacristie: twee kruisribgewelven met sluitstenen, waarop een wapenschild en Christusinitialen.
In de zuidelijke zijbeuk: 'De Vermenigvuldiging der Broden en der Vissen' (doek), uit de tweede helft van de 18de eeuw, volgens pastoor Dubois (Brugge); 'De Mannaoogst' (doek), uit de tweede helft van de 18de eeuw toegeschreven aan Desremaux (Rijsel) naar P.P. Rubens. In de noordelijke zijbeuk: 'De Opwekking van Lazarus' (doek) van circa 1777, door Desremaux (Rijsel); volgens pastoor Dubois (Brugge); 'De Verheerlijking op de berg Thabor' (doek), uit de tweede helft van de 18de eeuw, door Desremaux (Rijsel). In het noordelijke altaar: 'Onze-Lieve-Vrouw rozenkransen uitreikend aan de H.H. Dominicus Gusman, Antonius van Florence, Carolus Borromeus en andere heiligen' (doek), uit 1768, toegeschreven aan Desremaux (Rijsel).
In het noordelijke koor: 'Engelbewaarder begeleidt een Kind op zijn weg door het leven' (doek), uit de eerste helft van de 19de eeuw. In het zuidelijke zijkoor: 'Lazarus en de rijke vrek' (doek), uit de tweede helft van de 18de eeuw. In het noordelijke transept: 'Doop van Jezus in de Jordaan' (doek), uit het laatste kwart van de 18de eeuw door Desremaux (?) (Rijsel). In het hoofdkoor: 'Heilige Barbara, patrones van de Goede Dood, en de Zielen van het Vagevuur' (ovaal doek), uit de tweede helft van de 19de eeuw. Tegen de westelijke gevels: 'De vier evangelisten' (vier doeken), uit de tweede helft van de 19de eeuw.
In het noordelijke koor: Heilige Godelieve (gepolychromeerd steen), uit de 16de eeuw. Tegen de zuidwestelijke kruisingspijler: Sint-Anna-ten-Drieën (gepolychromeerd hout) afkomstig van de verwoeste abdij van Eversam te Stavele, uit de tweede helft van de 16de eeuw. Hoofdaltaar, portiekaltaar (gemarmerd, geschilderd en gedeeltelijk verguld hout) bekroond met de 'Verheerlijking van het Kruis' en trommeltabernakel, uit 1730-1750. In het noordelijke koor: portiekaltaar toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans, uit de eerste helft van de 17de eeuw; altaartafel (gemarmerd en geschilderd hout) met Onze-Lieve-Vrouw met Kind in medaillon, uit het eind van de 18de eeuw. In het zuidelijk koor: portiekaltaar toegewijd aan de Heilige Blasius, in de bekroning, beeld van de heilige, uit de eerste helft van de 18de eeuw; altaartafel (gemarmerd, geschilderd en verguld hout) met de 'Heilige Blasius een kind genezend' in medaillon, uit eind 18de eeuw.
In het noordelijke en zuidelijke transept, biechtstoelen (eik) uit eind 18de eeuw-begin 19de eeuw. Communiebank (eik) van zes gesculpteerde panelen en middenpaneel met 'Hostiedragende Kelk', uit 1730-1750. Preekstoel (eik), op de kuip vijf panelen met de buste van Christus en van de Evangelisten (later bijgevoegd), uit de eerste helft van de 17de eeuw. Lambrisering (eik) in de noordelijke zijbeuk en noordelijk koor, en koorgestoelte met Lodewijk XVI-inslag, uit de eerste helft van de 19de eeuw. Tochtportaal (eik) en doksaal (eik) met balustrade met muziekinstrumenten (eik), uit 1789 (?). Tegen de westelijke gevel in de zuidelijke zijbeuk, koffer (hout en ijzerbeslag) uit eind 17de eeuw. Orgel (eik), afkomstig uit Duinkerke, door J.K. Vanderhaeghen van Rijsel, gedateerd 1780 in medaillon, vernieuwd door P. Loncke van Esen. Tegen de traptoren in de noordwestelijke kruisingspijler: Grafsteen van Guillaume de Bampoele, landhouder van Veurne-Ambacht (+ 1559) en Eleonore de Ghistelles, zijn echtgenote (+ 1559) met wapenschilden en grafschriften in geciseleerd koper.
Bron: DELEPIERE A.-M. & HUYS M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Poperinge, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Van het orgel dat in 1789 door de Rijselse orgelmaker J.J. vander Haeghen gebouwd werd, rest heden enkel de orgelkast. Het binnenwerk werd vernield in 1794 door plunderende Franse benden. Vanaf dat tijdstip tot 1903 zijn geen geschiedkundige gegevens meer voorhanden. Het is niet uit te sluiten dat de kerk heel die tijd zonder orgel gebleven is. In 1903 werd een instrument uit de kerk van Sint-Jan-de-Doper in Duinkerke (F-Dunkerque) in de lege orgelkast van Krombeke overgeplaatst door Frederik Loncke (Esen).
Is deel van
Andreas Verbrigghestraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Blasius met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/31272 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.