Voormalige pachthoeve van en gelegen ten noorden van het kasteeldomein 'De Lovie'. Volgens kadastrale gegevens dateert de hoeve uit 1866. De bestanddelen hebben een gesloten U-vormige opstelling en een eclectische bouwtrant, enigszins afwijkend van de traditionele hoevebouw. Het geheel is te situeren in het kader van de landelijke architectuur ontstaan in de tweede helft van de 19de eeuw op initiatief van J. Van Merris, eigenaar van het vermeld domein en de omgevende landerijen. Als architect fungeerde mogelijk P. Croquison uit Kortrijk, die in 1856 het kasteel 'De Lovie' ontwierp. De hoeve is gelegen aan de rand van het bos. Een met gras begroeid voortuintje is toegankelijk via een hek tussen gele en rode bakstenen pijlers. Het omliggend weiland is afgezet door middel van een doornhaag. Een vaalt en drenkplaats bevinden zich respectievelijk ten westen en ten zuidwesten.
Het geheel is symmetrisch rondom een met grint bedekt erf opgebouwd: een centraal boerenhuis met twee haaks aanleunende vleugels respectievelijk links en rechts: een dwarsschuur en een stalvleugel. Boerenhuis van drie traveeën en één bouwlaag onder een schildddak (nokrichting parallel aan de straat, mechanische pannen). Rode baksteenbouw. Gecementeerde plint. Gebruik van gele baksteen ter markering van de plint, voor horizontale en verticale banden en voor de omlijsting van de getoogde muuropeningen en -vakken. Sobere achtergevel met een opkamer rechts. Eén rechthoekige kelderopening.
Dwarsschuur en stalvleugel onder gebogen zadeldaken (mechanische pannen) met overstekende randen op houten modillons. Rode baksteen met soortgelijke versieringen van gele baksteen als het boerenhuis. De twee identieke naar de straat gerichte westelijke zijpuntgevels worden verlevendigd door middel van banden, getoogde muurvakken onder meer twee aan twee gekoppeld in de geveltop, en afgelijnd met een rondboogfries. De zuidelijke zijgevel van de dwarsschuur is voorzien van een zonvormig uilengat in de geveltop. Aanbouwsel in aansluitende bouwtrant onder een lessenaarsdak.
Ten zuiden bevindt zich een bakhuis onder zadeldak (Vlaamse pannen), in een aansluitende bouwtrant.
- VANDEWYNCKEL L. 1979: Op land leven. Een studie van een landelijke leefgemeenschap gegroeid vanuit een 19de-eeuwse maatschappij. Het Couthof-De Lovie-Het Vogeltje, onuitgegeven eindverhandeling Sint-Lucas Gent, 57a.
- DELEPIERE F. 1985: Aspecten van de 19de-eeuwse landelijke architectuur in het grensgebied Poperinge-Proven-Krombeke, ontstaan onder impuls van Jules Van Merris. Vier boerderijen in de omgeving van het domein "De Lovie", onuitgegeven eindverhandeling V.U.B.