is aangeduid als beschermd monument Pastorie Sint-Victorparochie met pastorietuin
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Pastorie Sint-Victorparochie met pastorietuin en Mariagrot
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Pastorie
Deze vaststelling was geldig van tot
De pastorie met bijhorend dienstgebouw en tuin gaat terug tot de 18de eeuw. De site staat weergegeven op verschillende historische kaarten. Op de kaart van Ferraris (1770-1778) zien we een weergave van een omwalde site met een rechthoekig volume en een grote achterliggende tuin. Het dienstvolume staat nog niet weergegeven op de kaart van Ferraris, volgens de datumstenen “anno” “1792” werd het pas later gebouwd. Op de Popp-kaart (ca. 1830) en de Atlas der Buurtwegen (ca. 1845) wordt het huidige volume weergegeven. De toegangsbrug is “1747” gedateerd d.m.v. datumstenen in de bakstenen muurtjes.
Het woonhuis werd vergroot en verhoogd in 1886 naar ontwerp van architect C. Vankemmel (Poperinge). Uit de bewaarde bouwplannen naar zijn ontwerp en diverse andere documenten, blijkt dat de vroegere pastorie bestond uit een volume van één bouwlaag onder zadeldak. Dit is tevens af te leiden van het verschillend baksteengebruik. Voor de begane grond wordt gebruik gemaakt van gele baksteen, voor de verdieping wordt rode baksteen gebruikt. Het resultaat van de verbouwing is een volume van twee bouwlagen onder een pannen zadeldak met dakruitertje. In de rekeningen van de kerkfabriek komen er diverse meldingen van interieurwerken voor in de jaren 1870. In 1874 werd behangen. Diverse ruimtes op de gelijkvloerse verdieping kregen nieuwe tegelvloeren in 1876. In 1877 wordt Auguste Vandamme betaald voor schilderwerken en herstelwerken. Gelet op het hoge bedrag werd waarschijnlijk de landschapschildering in het noordwestelijk salon toen aangebracht. De wandbeschildering is ook gedateerd “1877”.
De werken werden uitgevoerd door de aannemer Henri Lapeire Vandevijver uit Ieper. in de periode 1890-1893 de meeste ruimtes herbehangen. De plankenvloeren van de salons worden geschilderd. Grotendeels werd het plan van architect Vankemmel uitgevoerd.
In het bestek van 1886 wordt de dakruiter niet vermeld. Op een foto van rond de eeuwwisseling is de dakruiter echter wel te zien.
In de loop van de tweede helft van de 20ste eeuw onderging het gebouw een aantal veranderingen. Het noordwestelijk salon werd verbouwd: in de gang aan de achtergevel werd een toilet geplaatst; het toilet en de ruimte kregen nieuwe vensteropeningen; de muur tussen voormalige keuken en eetplaats werd grotendeels gesloopt. De noordwestelijke wand werd bekleed met zichtbaar metselwerk. Aan de spreekkamer werd een uitbouw gerealiseerd in rode strengperssteen onder rode stormpannen.
Omstreeks 1940 werden de luiken aan de voorgevel van de pastorie vervangen door rolluiken. Op de verdieping werden ook rolluiken geplaatst.
Eind de jaren 1950, begin de jaren 1960 werd in verschillende fasen de wal gedempt. De wal werd aan de zuidwest- en de noordwestzijde opgenomen in het openbaar domein, aan de zuidoostzijde is ze vervangen door een beek als doorsteek voor de riolering naar de Haringebeek. Enkel aan de noordoostzijde is de wal gedeeltelijk nog aanwezig.
Sinds 2004 werden een aantal restauratieve werken uitgevoerd zoals onder meer de restauratie van het houten schrijnwerk of vervanging naar bestaande model.
Ten oosten van de kerk gelegen, oorspronkelijk volledig omwalde pastorie gelegen midden een omhaagde tuin. De site is aan de westzijde toegankelijk via een gietijzeren hek met voorstelling van de Goede Herder en opschrift "Ego sum pastor bonus", tussen twee bakstenen toegangspijlers met afdak. Voorts een bakstenen toegangsbruggetje, afgelijnd met bakstenen muurtjes, gedateerd 1747 d.m.v. jaarstenen in leuning. Betegeld toegangspad.
Vrijstaand breedhuis met dubbelhuisopstand van zeven traveeën en oorspronkelijk één bouwlaag cf. bouwnaad, opgetrokken tot twee bouwlagen in 1886 n.o.v. C. Vankemmel. Het volume is voorzien van een zadeldak bedekt met Vlaamse pannen en is voorzien van een dakruiter.
De pastorie heeft een 19de-eeuws classicistisch uitzicht maar verschuilt nog een oudere kern uit het laatste kwart van de 18de eeuw. Onder meer af te leiden van de gele bakstenen op de begane grond en het voormalig dienstgebouw. Intern bewaart de pastorie bepleisterde moerbalken met een eenvoudige profilering, een 18de-eeuws deurtje en twee bewaarde schuiframen in de achtergevel.
Verankerde bakstenen lijstgevel met gebruik van gele baksteen voor de benedenverdieping en rode baksteen voor de bovenverdieping. De gevel wordt horizontaal belijnd door een puilijst, de strekken boven de muuropeningen op de bovenverdieping en de tandlijst met dropmotief ter aflijning van de gevel. De gevels zijn opengewerkt met getoogde venstersvoorzien van rolluikkasten en vernieuwd schrijnwerk naar oud model. Rechthoekige deur. Aanbouwsel onder lessenaarsdak tegen de achtergevel. Tegen de linkerzijgevel een 19de-eeuws aanbouwsel van rode baksteen onder lessenaarsdak.
Ten noorden, haaks tegen de voorgevel aanleunend, voormalig dienstvolume van vijf traveeën en twee bouwlagen onder pannen lessenaarsdak. Gedateerd 1792 d.m.v. twee trapezoïdale sluitstenen versierd met schelpmotief, boven deuren respectievelijk links en rechts met opschrift "Anno" en "1792". Gele baksteenbouw op een d.m.v. tandlijst gemarkeerde plint. Geritmeerd door geblokte pilasters op de benedenverdieping. Geprofileerde puilijst met postamenten. De gevel is opengewerkt met getoogde muuropeningen met trapezoïdale natuurstenen sluitstenen.
Gedichte korfboogvensters op de bovenverdieping. Analoge achtergevel, echter later opgetrokken cf. rode baksteen in het bovengedeelte. Korfboogpoort met geprofileerde, doorlopende druiplijst in linker zijgevel.
Typische plattegrond van een dubbelhuis met een gang die loopt van voor naar achter. Links en rechts van de gang bevinden zich de salons. In de inkomhal bevindt zich een wenteltrap. De binnenmuur, ter hoogte van de trap, is onderbroken door twee rondboogvormige openingen, aanzettend op een kroonlijst. Centraal bevindt zich een rondboogvormige beeldnis met een geprofileerde omlijsting. Onder de beschildering zit nog een imitatie marmer beschildering. Links en rechts van de inkom salons. Beide salons zijn voorzien van een vernieuwde plankenvloer op roostering en een pleisterplafond voorzien van een bepleisterde moerbalk. Het plafond is voorzien van eenvoudige pleisterwerk. Het zuidoostelijk salon heeft een eenvoudige marmeren schouwmantel in zwarte marmer, de schouwboezem is voorzien van pleisterwerk met pilasters voorzien van kapitelen van de Ionische orde en een spiegel met eenvoudige geprofileerde omlijsting. De schouwwand is voorzien van blauwe gesinterde baksteen en Hollandse tegeltjes.
Het noordwestelijk salon is voorzien van een moerbalk met eenvoudige profilering en kinderbalken. De wanden zijn voorzien van een landschapsschildering. De kamerhoge landschapsschildering is gedateerd “1877”. Ze was in een later stadium door een synthetische structuurverf overschilderd. De algemene toestand na vrijlegging was vrij fragmentarisch bewaard vooral in de hogere delen van de schildering, daarom werd beslist om slechts een deel van de schildering vrij te laten, de overige delen werden met een gipsplamuur terug overdekt. Op de muurvlakken zijn de volgende voorstellingen terug te vinden. Op muurvlak 2 een voorstelling van een vijver met zeilboten en stedelijke achtergrond, op muurvlak 3 herderinnen met ezel en geitenkudde, op muurvlak 4 een afspanning met stal en drinkende muilezels. Op de verdieping loopt een gang van links naar rechts. Hierlangs bevinden zich de kamers. Een slingertrap geeft toegang tot de zolder.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/33021/104.1, Pastorie Sint-Victorparochie met pastorietuin en Mariagrot, (GILTÉ S;. 2015).
Auteurs: Gilté, Stefanie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De pastorie is representatief voor de typologische evolutie van pastorieën. De pastorie is ingeplant in een ruime deels omhaagde tuin, aan de straatzijde voorzien van een taxushaag. In de tuin zijn opvallende elementen zoals buxusstruiken, taxusbomen, eiken en beuken belangrijke getuigen van tuinaanleg bij de toonaangevende maatschappelijke klasse uit het verleden.
In de pastorietuin bevindt zich een Mariagrot, die nu een afzonderlijke toegang heeft van aan de openbare weg. In 1946 werd een grot met beelden van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes en Bernadette, ingewijd door pastoor Cousyn. Die grot werd gebouwd naar het voorbeeld van de echte Massabiellegrot uit Lourdes. Ingevolge een latere instorting van de grot werd een nieuwe versie gebouwd. Een deel van de oorspronkelijke grot was behouden en werd geïntegreerd in de nieuwe grot. De Mariagrot is opgetrokken in beton en voorzien van een cementrustiek. In de wand van de grot is bovenaan aan de rechterzijde een nis uitgewerkt waarin een beeld van Onze-Lieve-Vrouw staat, een knielende Bernadette wordt tegenover de
grot geplaatst aan de linkerzijde.
Ten oosten van het hoofdvolume ligt de omwalling met de brug erover. De brug over de wal is een constructie van gele verankerde baksteen, aan het begin en einde gemarkeerd door bakstenen pilasters. De brug is opgebouwd uit twee korfbogen en een steunbeer.
Is deel van
Alexisplein
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie Sint-Victorparochie met pastorietuin en Mariagrot [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/31304 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.