Voormalige pachthoeve van en gelegen ten zuidwesten van het kasteeldomein De Lovie. Volgens kadastrale gegevens dateert de hoeve van 1866, met uitbreiding van het woonhuis met één opkamertravee in 1878. Opvallende eclectische bouwtrant onder meer met een neogotische inslag, te situeren in het kader van de landelijke architectuur ontstaan in het derde kwart van de 19de eeuw op initiatief van J. Van Merris, eigenaar van het vermeld domein en de omgevende landerijen. Als architect fungeerde mogelijk P. Croquison (Kortrijk), die in 1856 het kasteel De Lovie ontwierp. Losse, lage bestanddelen rondom een gebetonneerd erf. Ten zuiden bevindt zich een siertuin. Ten westen ligt een moestuin.
Ten zuiden van het erf: boerenhuis van één opkamertravee links en vier traveeën onder zadeldak (nokrichting parallel aan de straat, Vlaamse pannen). Vier traveeën rechts: gele baksteenbouw met gebruik van rode bakstenen voor de hoekbanden, cordons en spitsbogige muuropeningen; over de penanten doorgetrokken druiplijsten van grijze baksteen. De opkamertravee links heeft een aansluitende bouwtrant, die echter minder kleurrijk is uitgewerkt, te zien aan de rode baksteenbouw met beperkt gebruik van gele bakstenen voor de strek van het licht getoogde venster; onderliggende kelderopening. Nieuw houtwerk, echter oorspronkelijk kleine houten roedeverdeling en ijzeren tracering voor de spitsbogige bovenvakken. Verdwenen tralies. Soortgelijke achtergevel (straatgevel), echter met drie opkamertraveeën rechts met onderliggende kelderopeningen. Zelfde architectonische versieringen voor de rechter zijgevel, uitziend op de straat; ronde oculus in de geveltop. Vlakker uitgewerkte linker zijgevel met een trap naar de getoogde zolderopening.
Ten westen: dwarsschuur met stalgedeelte rechts onder een overstekend zadeldak (nokrichting loodrecht op het huis, mechanische pannen). Rode baksteenbouw. Uitgewerkte linker zijpuntgevel die uitziet op de straat met benadrukking van de registers: centraal spitsboogcasement tussen twee spiegels van gele baksteen op de begane grond, en geveltop afgelijnd door een baksteenfries, waarbinnen een spitsbogig zoldervenster.
Ten zuidwesten: bakhuis in een aansluitende bouwtrant.
Overige gebouwen zonder noemenswaardigheden.
- DELEPIERE F. 1985: Aspecten van de 19de-eeuwse landelijke architectuur in het grensgebied Poperinge-Proven-Krombeke, ontstaan onder impuls van Jules Van Merris. Vier boerderijen in de omgeving van het domein 'De Lovie', onuitgegeven licentiaatsverhandeling V.U.B.
- VANDEWYNCKEL L. 1979: Op land leven. Een studie van een landelijke leefgemeenschap gegroeid vanuit een 19de-eeuwse maatschappij. Het Couthof - De Lovie - Het Vogeltje, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Sint-Lucas, Gent, 58.