Twee aan elkaar palende arbeiderswoningen (thans leegstaand). Voorliggende moestuin; bakstenen stoep. Lage dubbelhuisjes van respectievelijk drie (nummer 10) en vijf (nummer 12) traveeën onder zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen), uit respectievelijk uit de tweede helft van de 19de eeuw (nummer 10) en het eerste kwart van de 20ste eeuw (nummer 12). Rode baksteenbouw. Nummer 10: rechthoekige muuropeningen met strekse lateien en behouden onderdorpels van zwarte tegels rechts; licht verdiepte kozijnen: bolkozijnen met schuiframen, kleine roedeverdeling en luiken; kozijndeur.

Nummer 12: getoogde muuropeningen; luiken. Achtergevel (nummer 10): rechts opkamervenster met beluikt houten bolkozijn boven een getraliede rechthoekige kelderopening. Rechts aanleunend gebouwtje onder lessennaarsdak.