Hoeve, zonder dito uitzicht, gelegen op het kruispunt van de Pastoorstraat, de Baljuwstraat en het Reningelstplein. Bestaande uit een herenhuis met een achterliggend, gebetonneerd erf met centrale mestvaalt en afsluiting ten noordwesten (Baljuwstraat), door middel van een rode bakstenen muur met casementen en aflijnend rondboogfries. Het geheel is toegankelijk via een gietijzeren hek met schamppaaltjes.
Ten zuiden: neogotisch hoekhuis, blikvanger vanaf het Reningelstplein. Dubbelhuis van een brede linker travee + drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (nokrichting parallel aan de straat, leien) met een getrapt dakvenster. Wederopbouwarchitectuur uit de jaren 1920. Gele baksteenbouw op een arduinen plint. Twee rechthoekige kelderopeningen. Gebruik van rode baksteen voor aflijnende, overhoekse en uitgelengde tandlijst en voor de versiering van de vensterboogvelden. Rechter hoekrisaliet eindigend op trapgevel met ingeschreven Brugse travee. Arduinen kruiskozijnen (twee, drie- en vierlichten) met spitsboogvelden; doorlopende onderdorpels op de benedenverdieping. Rechthoekige deur met tweedelig bovenlicht onder spitsboogvelden; accoladebogige arduinen tussendorpel. Links aanleunend laag, bakstenen muurtje met hek, ter verbinding met de haakse stalvleugel.
Ten westen (Baljuwstraat): lage stalvleugel met woongedeelte rechts van twaalf traveeën en onder geknikt zadeldak (mechanische pannen, nokrichting parallel aan de Baljuwstraat); drie dakkapellen, onder meer twee met getrapte bekroning. Gedateerd 1921 door middel van gele baksteen opgenomen in het metselverband. Rode baksteenbouw. Geblokte hoeklisenen. Aflijnend fries van afwisselend gele en rode baksteen. Getoogde muuropeningen, waaronder negen gedicht. Getoogde poort. Linker zijgevel met muurvlechtingen. Rond uilengat in de rechter zijgevel.
Ten zuidwesten: bakstenen stalgebouw onder schilddak met mechanische pannen.