De Sint-Martinuskerk van Roesbrugge is gelegen langs de Tempelierstraat, vlak naast de waterloop de IJzer en de grens met Alveringem. Tegen de linkerbuitengevel van de kerk hangen verschillende gedenkplaten, waaronder gerelateerd aan de Eerste Wereldoorlog. Op het kerkhof ligt een Franse militaire dode.
Het graf van Léon Becue is het enigste restant van een Frans militair ereperk dat hier zo'n 55 jaar aanwezig was.
Léon Gaston Becue werd geboren in Dunkerque (Le Nord) in september 1883. Hij was 'soldat' bij het 79e Regiment d'Infanterie Territoriale. Hij overleed op 12 november 1916 in Beveren aan verwondingen, vermoedelijk in een medische post (het Belgisch militair chirurgische hospitaal was daar toen nog niet geopend). Becue werd begraven op een Frans militair perk van het kerkhof te Roesbrugge, zo'n 2km ten ZW van de kerk van Beveren gelegen.
In 1970 werd het perk met ruim 120 Franse graven (125 doden van WOI en 3 doden van WOII) verwijderd. De stoffelijke resten werden overgebracht naar Roeselare. Op verzoek van de familie van Léon Becue bleef zijn graf ter plaatse.
Bron: WOI Relict (892): Frans militair graf Becue op kerkhof (Roesbrugge - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2005: Parochiekerk Sint-Martinus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/391711 (geraadpleegd op ).
De Sint-Martinuskerk van Roesbrugge is gelegen langs de Tempelierstraat, vlak naast de waterloop de IJzer en de grens met Alveringem. Tegen de linkerbuitengevel van de kerk hangen verschillende gedenkplaten, waaronder gerelateerd aan de Eerste Wereldoorlog. Op het kerkhof ligt een Franse militaire dode.
Deze gedenkplaat herinnert aan de militaire doden van de Eerste Wereldoorlog van Roesbrugge en was een initiatief van het gemeentebestuur. Ze werd uitgevoerd door E. Bataille uit Schaarbeek en onthuld in september 1921.
Roesbrugge was in contact gekomen met de oorlog rond midden september 1914 via de Uhlanen.
Er werden tijdens de oorlog vluchtelingen en Duitse krijgsgevangenen in het dorp opgevangen. Eigenlijk was Roesbrugge in de Belgische legersector gelegen, maar er werden hier ook Franse en Britse legerstaven en zelfs Amerikanen ingekwartierd. De Britten kwamen over de baan Duinkerke-Ieper doorheen Roesbrugge-dorp in directe verbinding met hun frontlijn rondom Ieper. De Fransen trokken doorheen Roesbrugge naar Krombeke, vandaar langs West- en Oost-Vleteren naar Reninge, Noordschote en Merkem toe en bedienden aldus hun frontsector op de IJzer. Met die hoofdkwartieren verschenen in het dorp Roesbrugge ook de telefonisten, het verplegend personeel, de genie en de spoormannen, de gendarmen en ander hulppersoneel. In Roesbrugge-Haringe waren zeker zes medische posten. Achter de kerk van Roesbrugge werd een vliegveld aangelegd (maar dat kende geen groot succes). De kerktoren zelf werd een ontvangst- en zendpost voor telegraaf en telefoon. Een dicht netwerk van spoorwegen en smalspoorwegen kenmerkte het grondgebied.
In het midden hangt een rechthoekige witmarmeren gedenkplaat. De plaat wordt bovenaan afgedekt door een lichtgebogen hardstenen kroonlijst met strekse uiteinden en steunt onderaan op twee hardstenen kraagstenen. Het geheel is omlijst door een beschilderde band met de Belgische driekleur.
Bovenaan een boord versierd met bosjes laurierbladeren en eikenbladeren, daaronder een cartouche met een klimmende leeuw op een zuiltje, waarin een oorlogskruis hangt, opzij versierd met twee vaandels en '1914 1918', daaronder 'De Gemeente Rousbrugge-Haringhe uit dank en erkentelijkheid aan hare gesneuvelde zonen' met de namen, alfabetisch gerangschikt, en de sterfplaats. 'Het bestuur: De Secretaris J. Bryon. De Burgemeester Dr. Gheysen. De Schepenen P. Butstraen - G. Camerlynck. Rousbrugge - Haringhe. September 1921'. Onderaan een liggende palmtak met daarin het wapenschild van Roesbrugge.
H. 333 cm x Br. ± 176 cm
Uitvoering: E. Bataille, Schaerbeek, Bruxelles, 8, Avnue du Cimetière (gesigneerd) (moeilijk leesbaar)
Bron: WOI Relict (888): Gedenkplaat militaire doden (Roesbrugge – WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2005: Parochiekerk Sint-Martinus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/391712 (geraadpleegd op ).
Georiënteerd bedehuis, gelegen aan het uiteinde van de Tempeliersstraat. Het omringend kerkhof heeft een toegangshek ten noorden en ten zuiden van de kerk.
Vrij sobere hallenkerk met neoclassicistische westelijke toren ter vervanging van de reeds circa 1488 vermelde kapel. Oprichting van de eerste beuk in 1805. De kerk werd ingewijd op 9 september 1806. De bouwwerken werden hervat vanaf 1826, waarna men de kerk voltooide in 1837. Plan van toren naar ontwerp van architect Lernould uit Ieper. Na beschadiging tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de kerk hersteld.
Verankerde, gele en rode baksteenbouw. Afdekking door middel van leien zadeldaken. De plattegrond ontvouwt: een voorgeplaatste westelijke toren, een driebeukig schip van vijf traveeën, een hoofdkoor van anderhalve travee met driezijdige sluiting, twee zijkoren van een halve travee met rechte sluiting, een zuidoostelijke sacristie in de oksel van de zuidelijke koorsluiting en het hoofdkoor.
Westelijke toren van vier geledingen, gestut door haaks op elkaar gestelde hoeksteunberen. Gecementeerde cordons. Neoclassicistisch portaal: rechthoekige vleugeldeur gevat in een gecementeerde omlijsting van pilasters met hoofdgestel onder driehoekige frontonbekroning. Halfronde vensters in de noordelijke en zuidelijke gevel. De tweede geleding is voorzien van een rechthoekig venster in een gecementeerde, rechthoekige omlijsting met geprofileerde kroonlijst op gegroefde consoles. Rondbogige galmgaten met geprofileerde, gecementeerde druiplijst en doorlopende lekdrempel. Borstwering met ijzeren leuning tussen bakstenen (hoek) postamenten. Bekronende bakstenen polygonale lantaarn onder een leien bedaking.
De flankerende westelijke puntgevels zijn voorzien van muurvlechtingen en een rondboognis tussen lisenen. Overkragende zadeldaken. Aandak en topstuk bij de linker puntgevel. Gekruisigde Christus onder de luifel, tegen de rechter puntgevel.
De noordelijke en zuidelijke gevel worden gemarkeerd door middel van lisenen; rondboogvensters in een geprofileerde omlijsting.
Het hoofdkoor met driezijdige sluiting wordt geritmeerd door steunberen met versnijdingen. Geprofileerde rondboogvensters. Korfboognis met kruisbeeld in de oostelijke sluiting. Zijkoren met vlakke sluiting in de vorm van puntgevels tussen lisenen.
Aanpalende zuidoostelijke sacristie onder een afgewolfd zadeldak.
Interieur. Rondbogige scheibogen op arduinen zuilen met rechthoekige sokkel en rond kapiteel. Gecanneleerde Corinthische pilasters in de hoofdkoorsluiting. Houten vlakke zoldering boven het ingangsportaal. Zesvoudig geknikt tongewelf boven de hoofdbeuk; gedrukt spitsbooggewelf (beschilderd hout) boven de zijbeuken.
Voornamelijk 19de-eeuws. Met neogotische inslag, onder meer de zijaltaren en de biechtstoel in het noordelijk zijkoor. Met neoclassicistische inslag, onder meer de preekstoel en de biechtstoel in de zuidelijke zijbeuk.
Bron: DELEPIERE A.-M. & HUYS M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Poperinge, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n2, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Delepiere A. & Huys M. 1989: Parochiekerk Sint-Martinus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/31438 (geraadpleegd op ).